zaterdag 17 mei 2014

La poursuite du bonheur

In Fès is het al lekker aan het zomeren. Temperaturen van goed boven de dertig graden en een zon waar je maar beter niet al te lang in blijft rondlopen.  Ik was tien dagen in Marokko en aangezien we sinds dit jaar een paar clubs steunen die in Fès kantoor houden gaf me dat een mooie gelegenheid om Fès in het weekend te verkennen.  En daar moet uiteraard op tijd bij gepauzeerd worden.  Terrasjes genoeg om dat te doen.

Ik heb zelf een poosje rondgehangen op het terras van het café aan de overkant van m’n hotel.  Beetje gewerkt nog, beetje passanten kijken, kopje koffie erbij.  Lekker relaxt en volop te beleven.  Het is een inmiddels bekend beeld:  bedelaars, schoenpoetsers,verkopers van tissues, illegaal gecopieerde cd’s of “echte” Ray-Ban zonnebrillen.   Alles kwam voorbij.  Maar daar bleef het niet bij.  In Fès bleek het terras een lopende band van diverse verkoopwaar.  Veel uitgebreider dan de terrassen in Tunis.  Met de schoenpoetsers duidelijk in de meerderheid.  Dat wel.

Met een zacht klopje van hun schoenborstel op hun houten kistje probeerden ze de aandacht te trekken, met een scherpe blik op het aanwezige schoeisel.  Niet al te opdringerig gelukkig.  Anders dan mijn ervaring met de schoenpoetsers in Zuidoost Azië.  Die zijn nog bereid om je witte gympen zo lang te boenen tot ze glimmend zwart zijn.  Niet nodig wat mij betreft, hoe hard ze er ook op aan probeerden te dringen.  En zeker niet met de schoenen die ik nu aanhad.  M’n zwarte lievelingsschoenen nota bene die ik een paar jaar geleden in Japan heb aangeschaft en die ik pas in de warmte van Tunesië en Marokko vaker ben gaan dragen.  Ik ben er nog steeds zuinig op.  Afblijven dus.  Poetsen doe ik zelf wel.

Kom maar op met die andere waar dus.  Zoals gezegd tissues, cd’s, zonnebrillen.  De bekende rommel waar niemand direct op zit te wachten.  Ben even kwijt of ik ook de gebruikelijke horloges voorbij heb zien komen, maar dat zal vast wel.  Nou ben ik niet direct van de impuls-aankopen.  Ga meestal met een boodschappenbriefje op pad en kom vervolgens meestal thuis met wat ik denk nodig te hebben, maar een beetje verkoper weet beter dan ikzelf wat ik nodig heb, niet waar?  Toch maar even opletten wat er verder nog voorbij komt.

Kijk eens aan: tondeuses.  Laten we die nou net al in huis hebben.  Caroline is er enorm handig mee en heeft me vlak voor ik op reis ging nog even onderhanden genomen.  Echt niet nodig dus.  Wel een prettige gedachte dat je in Fès niet helemaal naar de Mediamarkt hoeft te rijden voor een nieuwe.  Nadeel is wel dat je er hier waarschijnlijk geen gratis kabeltje bij kunt onderhandelen.  Deurmatjes dan misschien?  Hmmm.  De matjes zijn net zo grijs als de verkoper zelf.  Die moet wel heel hard z’n best doen om me er van te overtuigen dat ik zo’n matje nodig heb, maar z’n matjes hangen lusteloos over z’n arm en z’n gezicht staat al zo somber als de matjes zelf.

Volgende klant: zitkussens.  Althans, de hoezen.  Leer?  Nepleer?  Wie zal het zeggen?  Ik heb er niet veel verstand van en voel geen grote behoefte opkomen om er achter te komen.  De verkopers beginnen zich inmiddels een beetje te verdringen, maar ik begin te geloven dat ik vandaag met lege handen blijf zitten.  Speelgoed dan?  “Non merci, c’est trop gentil”.  Sokken en hemden?  Niet nodig hoor.  Een mobieltje?  De mijne doet het nog prima hoor, dus waarom zou ik in hemelsnaam een nieuwe aan moeten schaffen?  Als ze me de nieuwste generatie mobieltjes aan zouden bieden dan zouden mijn twintig jaar jongere collega’s hier waarschijnlijk wel kansen zien voor me, maar zelfs zij hebben me nog niet weten te overtuigen.  
En bovendien heb ik het gevoel dat ik deze mobieltjes al veel vaker heb gezien.  Van de vrachtwagen gevallen of zo. 
Als ik de moed bijna verloren heb staan er plots een paar strijkplanken naast me.  Zeg, wat denk je nou?  Dat ik zo’n kreng helemaal mee naar Tunis ga slepen?  Ineens moet ik heel erg aan Will Smith denken en verwacht ik dat die elk moment het terras op kan komen lopen met een medical bone density scanner.  Ik zou er in Fès niet van op hebben gekeken.  Hij heeft het geluk uiteindelijk gevonden.  Maar dat was in Hollywood.