maandag 14 juli 2014

Met de Franse slag

Wat is eigenlijk het vrouwelijk equivalent van een francofiel?  En waarom is er een woord bedacht voor mensen die dol zijn op Frankrijk en alles wat er mee te maken heeft?  Bestaat er ook zoiets als een ´spanjofiel´ of een ´italiofiel´?  Volgens google wel, zie ik net.  De toute façon…ik ben op weg om er één te worden geloof ik; het virus heeft me te pakken.  Ik wil al een poosje niets liever dan goed Frans leren spreken en vind het interessant om mezelf te verdiepen in de Franse cultuur en historie.


Is dat weer een nieuwe bevlieging?  Ik ken mezelf inmiddels wel een beetje.  Al sinds mijn jeugd kan ik me in een onderwerp of een persoon vastbijten en dan wil ik er zoveel mogelijk over weten.  Er is ook steeds weer iets nieuws en interessants te ontdekken op deze wereld..  Tja, ik vind gewoon veel leuk geloof ik.  Ik vraag me af of het soms niet een beetje ‘te’ is.  Een leerling zei een poosje geleden tegen me;  ‘ja jij, jij vindt alles leuk!  (Maar ik heb hier toevallig even helemaal geen zin in bedoelde hij mij duidelijk te maken.)  Nou ja, zit een kern van waarheid in, maar dat ik alles leuk zou vinden is natuurlijk zwaar overdreven.  Ter geruststelling; er zijn heel wat dingen op te noemen die ik echt niet leuk vind!

Op de middelbare school vond ik in ieder geval Frans de leukste taal van de drie buitenlandse talen die we kregen.  Waar lag dat aan?  De leraar?  Dat was iemand met een grote voorliefde voor Frankrijk.  Ik herinner me nog dat we in de eerste klas naast Frans ook Nederlands van hem kregen en dat hij tijdens het voorstellen vertelde dat hij het geven van Frans ietsje leuker vond.  Nou…ietsje?  Tijdens zijn lessen heb ik veel kennis opgedaan.  Je weet wel, van die leuke weetdingetjes die hij ons meegaf tijdens de les.  Bijvoorbeeld over hoe de stad Parijs is ontstaan.  Of ´zeg in Frankrijk geen retour als je met de trein heen en terug wilt gaan, maar bestel dan een aller et retour Ik weet nog dat ik toen bedacht dat het later altijd handig zou kunnen zijn en dat ik het maar beter kon onthouden.

Dan, zo’n kleine dertig jaar later heb ik het Frans echt nodig omdat we in Tunesië wonen.  De basis van de grammaticaregels is nog aanwezig merk ik als ik nog in Nederland naar de Alliance Française ga.  Zo zit het rijtje van de bijvoeglijk naamwoorden die voor het zelfstandig naamwoord komen nog steeds in mijn hoofd.  Ik bedenk me dat het leuk is om dat tegen mijn leraar te vertellen en ik schrijf hem een briefje.  Ik weet trouwens dat hij nog op dezelfde school werkt want mijn nichtje zit bij hem in de klas.

Het is overigens geen familiekwestie die voorliefde voor de Franse taal.  Mijn nichtje deelt me keer op keer mee dat het een onnozele taal is en bezweert me dat ze er zo weinig mogelijk tijd aan wil besteden.  Ik moet dan altijd een beetje lachen om de ernst waarmee ze me dat vertelt.  Ik zelf hoop trouwens wel op wat familiair DNA zodat ik me de Franse taal wat makkelijker eigen kan maken. Zeven generaties terug was er een Franse hugenoot, Daniel Boudon, die vanuit Zuid Frankrijk naar Rotterdam is gevlucht. . Mijn voor voor voor vader was een Fransman!

Ik weet het…het is niet alledaags dat ik contact zoek met een leraar.  Als ik het aan anderen vertel krijg ik dan ook meewarige blikken en wordt me gevraagd of ik denk dat hij mij nog kent.  Maakt me niet zoveel uit of hij zich mij nog kan herinneren.  Voor hem lijkt het me gewoon leuk om nog eens terug te horen, ook al zou hij geen idee meer hebben wie ik ben.  Als leraar van pubers heb je denk ik vast niet zo vaak het gevoel dat het gewaardeerd wordt wat je over probeert te brengen, maar misschien vergis ik me daarin.

Daarna hebben we af en toe wat heen en weer contact via de mail en ik besluit de afgelopen keer dat ik Nederland was hem even op te zoeken op school.  Flits, zomaar 30 jaar terug in de tijd.  Leuk om te merken dat zijn enthousiasme voor Frankrijk er nog steeds is.  Ik herken zijn houding, spraak en gebaren.  Ik krijg een hele stapel leesboekjes mee van hem en een lesboekje voor de leerlingen van het examenjaar.  Wat een leuke positieve ervaring!  En hij schrijft me aan het eind in een mail; Au plaisir de te lire ou de te voir…en ik vind het heel leuk om weer contact te hebben!’


In Nederland ga ik ook nog even langs bij een Franse kennis.  We hebben volop gespreksstof over allerlei onderwerpen die met Frankrijk te maken hebben.  Bijvoorbeeld hoe de kinderen op de Franse school perfect leren schrijven en wat te denken over de discipline die daar meegegeven wordt?  Ze beaamt dat zij vindt dat het Nederlands onderwijs daar veel minder aandacht aan besteedt en dat dit enorm wennen was voor haar.  Ze schrok toen er dit jaar bij haar dochtertje op het schoolrapport stond dat ze toch wel een slordig handschrift heeft en wat netter zou mogen gaan schrijven.  Als een Nederlander dat zegt, dan is het vast desastreus dat handschrift, was haar redenatie.

Op mijn beurt ben ik geschokt als ik het contract van 2 A4-tjes zie dat hier op de middelbare school moet worden ondertekend door de leerlingen.  Er staat bijvoorbeeld in dat je altijd twee hokjes van de kantlijn begint met schrijven (en dus echt nooit eerder of later), dat je absoluut niet met rood in je schrift werkt (dat doet de leraar wel) en meer van die aanwijzingen hoe je hoort te werken.  Om de zes weken lever je dan ook ter controle je schrift in bij de leraar.  Is zoiets nu wel goed voor de eigenheid en de zelfstandigheid, vraag ik me af?  Ik bedenk me dat de uitdrukking met de Franse slag zeker niet altijd op gaat.

Verder koopt mijn kennis als ze in Frankrijk is schriften met de Franse liniatuur (heel veel kleine lijntjes).  Nou dat vind ik maar niets.  Ik koop juist mijn schriften als ik in Nederland ben.  Dat dan weer wel.  We lachen samen en beseffen hoe diep bepaalde gewoonten dus in je persoonlijkheid verankerd kunnen liggen.  Zijn de lijntjes in een schrift nu werkelijk zo belangrijk?  Ja, kennelijk wel!