zaterdag 26 oktober 2013

Vegetarische Lunch

Vaste afspraak vrijdagmiddag.  Met de collega’s die zin, en vooral ook tijd hebben gaan we buiten de deur een hapje eten.  In de buurt van ons kantoor wemelt het van de eethuisjes.  Broodjeszaken, pizzeria’s, snackbars, kleine restaurantjes.  De menu’s zijn er over het algemeen tamelijk voorspelbaar.  Handig.  Zo kun je er jezelf geen buil aan vallen.  Naast de broodjes en pizza’s vind je er vooral ook de traditionele Tunesische gerechten, zoals de salade mechouia, ojia, couscous op vrijdag of kefteja.  Allemaal klaargemaakt met lokale olijfolie en, afhankelijk van de hoeveelheid harissa, redelijk tot behoorlijk pittig.  Erg smaakvol in ieder geval.

Bij de eettentjes bij ons in de buurt is het over het algemeen goed druk.  Het is lekker makkelijk en, ook belangrijk, over het algemeen niet duur.  Hoewel dat laatste natuurlijk erg betrekkelijk is.  Er zijn veel Tunesiërs die veel minder te makken hebben dan de mensen met een baan op één van de kantoren in onze buurt.  Bovendien zit Tunesië midden in een diepe economische crisis, gepaard gaande met een hoge werkloosheid en een enorme inflatie.  Dat maakt het er allemaal niet makkelijker op.  Volgens de officiële cijfers schommelt de inflatie zo rond de 6%, maar de vraag is wat je daarvoor koopt.

De officiële inflatie-cijfers worden berekend op basis van de prijs van verschillende standaardproducten die een afspiegeling zouden moeten zijn van de kosten van levensonderhoud.  Dat kan bijvoorbeeld de prijs van brood, benzine, melk, water, couscous of huishuur zijn.  Maar wat koop je daar als werkloze voor met een heel ander levenspatroon dan zo’n kantoormedewerker die elke dag met de auto naar het werk komt?  Ook zo’n inflatie-cijfer is dus nogal betrekkelijk.  Daarom  heeft iemand het inflatie-cijfer berekend aan de hand van de samenstelling van een bord kefteji.  En dan kom je ineens uit op een inflatiecijfer van  16,8%.  En dat dus voor een populair traditioneel gerecht wat door jan-en-alleman gegeten wordt.  En nog vegetarisch ook.

Het inflatie-cijfer van 16,8% is gebaseerd op de kosten van de negen verschillende ingrediënten waarmee kefteji gemaakt wordt: peper, paprika, tomaat, aardappel, courgette, pompoen, ei, olijfolie en stokbrood.  En daarmee maak je een heerlijk gerecht.

Benodigdheden (voor zes personen, omdat er in Tunesië over het algemeen iets uitgebreider gekookt wordt dan de vier personen waar we in Nederland meestal mee rekenen):

5 grote aardappelen
1 groene paprika
3 tomaten
500 gram pompoen
1 courgette
3 eieren

  • Schil de aardappelen, de pompoen en de courgette en snij ze in blokjes.
  • Frituur de aardappelen in olijfolie (een laagje van 1 à 2 cm is voldoende), gedurende ongeveer 20 minuten.
  • Frituur daarna de pompoen in dezelfde olie gedurende ongeveer 10 minuten. 
  • Laat de aardappelen en de pompoen daarna goed uitlekken op een stuk keukenpapier.
  • Snij de paprika en tomaten in plakken en leg deze enkele minuten onder de gril.
  • Fruit de blokjes courgette ondertussen in een koekenpan.
  • Meng alles vervolgens door elkaar in een pan en voeg zout en peper toe.
  • Breek de eieren en klop ze door het groentemengsel.  Doe het deksel op de pan om de eieren te laten garen.
  • Serveer het gerecht met een stuk stokbrood.

Met de hoeveelheden kun je overigens variëren.  Eet smakelijk!

zondag 6 oktober 2013

Van de hak op de tak zie ik door de bomen het bos niet meer

Afgelopen week heb ik een behoorlijk drukke week gehad.  Een kennis van me vroeg me of ik haar dochter, een meisje van twintig dat momenteel in Leiden studeert, een stoomcursus Nederlands kon geven.  Ze spreekt weliswaar uitstekend Nederlands maar het Nederlands schrijven is lastiger voor haar.  Ze mist soms net bepaalde regels.  Ze heeft altijd met haar ouders in Tunesië gewoond en is naar de Franse school gegaan.  Ze is hier nu voor tien dagen en wil graag elke dag langskomen.  Natuurlijk wil ik haar helpen.  Het blijkt echter al snel een hele uitdaging te zijn.  Het zijn als het ware de puntjes op de i die ze nodig heeft.  Het is er dus zo’n beetje op uitgedraaid dat het voor mezelf ook een stoomcursus is geworden.  De lessen heb ik zoveel mogelijk op maat proberen te maken.  Ik ben hele dagen bezig geweest met voorbereiden en ook mijn andere lessen gingen natuurlijk gewoon door.  Af en toe zag ik door de bomen het bos bijna niet meer.  Ik ben diep in onze taal gedoken en besefte maar weer eens te meer dat het erg complex is.  Het lijkt ook af en toe dat de ene bron de andere weer tegenspreekt.  Is het nu vlekkeloos of vlekkenloos of mag het allebei en waarom dan?

Ik ben echter erg blij met al mijn leerlingen.  Het is een erg gevarieerd stel en dat zorgt dus voor de nodige afwisseling.  Van mijn vaste groepje is de jongste zeven en de oudste dertien jaar.  Het zijn stuk voor stuk leuke kinderen.  Ik geniet ervan om hen les te geven.  Het één op één contact maakt het ook extra bijzonder.  Daarnaast ben ik niet constant bezig met taal alleen merk ik wel.

Zo vroeg Nana afgelopen dinsdag ineens tijdens het maken van een oefening in haar werkboekje:  ‘ken jij iemand die zijn adem 99 seconden kan inhouden?’  ‘Eh, nee , ik geloof van niet’, antwoordde ik naar waarheid.  ‘Jij?’  Het bleek dat een jongen uit haar klas geprobeerd had om zijn adem in te houden omdat hij ‘dood’ wilde.  En waarom?  Een klasgenootje was verliefd op hem.  En dat zag ie blijkbaar niet zo zitten.  Ik bedenk glimlachend dat jongens toch ook wel in staat kunnen zijn om de Drama Queen uit te hangen.  Uhhh, Drama King dus.

Dan vervolgt ze uiterst serieus:  ‘Denk je dat de hel bestaat?’  Ik probeer haar gerust te stellen.  Ik merk dat ze echt bang is.  ‘Kinderen uit mijn klas zeggen dat je naar de hel gaat als je liegt’ zegt ze.  ‘En toen ik vier jaar was heb ik wel 90 keer gelogen.’  Even later wordt dat zelfs 99 keer.  Ze heeft het blijkbaar goed bijgehouden.  Hilarisch eigenlijk, maar het is een bloedserieus onderwerp.  Ik laat de les maar even voor wat het is en besluit een filosofisch gesprekje met haar te hebben.  Ik denk dat ik haar wel kan begrijpen.  Ik was op haar leeftijd precies zo.  Oprecht bang voor de hel.  Eeuwig branden leek me verschrikkelijkste wat je kon overkomen.  Erg jammer dat sommige kinderen tegenwoordig nog steeds bang zijn.

Even later heeft haar broer les.  Een slimme jongen van 10 jaar die dol is op Pokémon.  Ik bedenk elke keer weer dat ik blij ben dat ik dankzij een aantal oud leerlingen best goed op de hoogte ben van die specifieke wereld.  Het blijkt dé manier om contact met hem te krijgen.  En zo blijf ik ook nog op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen op dat gebied.  Stiekem vind ik het zelf ook hartstikke leuk.


Op donderdag ben ik inmiddels zo moe dat ik me afvraag of ik Esmée wel les ga geven om 4 uur.  Een lichte hoofdpijn is op komen zetten en mijn hele lichaam voelt zwaar aan.  Ik besluit om door te bijten.  Bij Esmée aangekomen drink ik altijd eerst even koffie.  Ik merk al snel dat zij vandaag ook niet zo veel zin heeft in de les.  Ze is stil en haar gezicht spreekt boekdelen.  Als ik de les begin klaart ze gelukkig meteen op.  Vandaag heb ik een alternatieve les over dierendag en het blijkt een schot in de roos te zijn.  Esmée lacht weer en doet de hele les goed mee.  Het geeft mezelf ook weer energie merk ik.  Na de les vraagt Evelien of ik wat blijf drinken.  Ik zeg dat ik naar huis ga maar Esmée vraagt of ik nog even blijf.  Een goed contact met leerlingen vind ik belangrijk en ik besluit toch nog wat te drinken.  Esmée wil het klaar maken.  Even later zit in op de bank met een glas witte wijn met bubbels en een dropje op de rand.  Als ik afscheid neem ben ik wat licht in mijn hoofd.  Logisch, dat heb ik meestal als ik alcohol drink op een vrijwel lege maag.  

Vrolijk en voldaan loop ik op weg naar een taxi en hoop ik dat er vandaag snel eentje langskomt.  Vlak voor het Golden Tulip hotel staat een donkere man met een grappig wit hoedje op.  Hij zegt vriendelijk gedag en ik groet hem terug.  Hij vraagt me wat ik hier doe.  Ik voel me eigenlijk ietwat gehaast, maar besluit hem toch even te antwoorden.  Hij stelt wat vragen en dan vind ik het mijn beurt om hem wat te vragen.  Wat doet u hier in Tunesië?  ‘Ik ben de ambassadeur van Oeganda’ antwoordt hij.  Ik reageer enthousiast en zeg dat ik daar geweest ben en dat het een prachtig land is.
  
We praten even verder en even later geeft hij mij zijn kaartje.  Wat een bijzondere ontmoeting weer!  Ik ben blij dat ik niet doorgelopen ben.  Hij vertelt dat hij ooit de volgende goede raad kreeg van zijn professor in Londen in de tijd dat hij daar studeerde: ‘probeer iedere dag een leuk contact met iemand te maken die je nog niet kent.’  En zo is het maar net!


De namen in deze blog heb ik trouwens gefingeerd ;-)