woensdag 25 september 2013

Raar

Sinds de tweede politieke moord dit jaar op een leider van een oppositiepartij afgelopen juli is Tunesië in een diepe politieke crisis gedompeld.  De oppositie eist het aftreden van de zittende regering omdat het deze niet lukt om voor voldoende veiligheid te zorgen en omdat de economische crisis dieper is dan ooit.  Politiek analisten zijn somber gestemd over de perspectieven.  Er zou wel eens een lange periode van politieke en economische onrust kunnen volgen, gepaard gaande van de nodige onlusten.  Ontwrichting van het openbare leven.  Een enkeling durft zelfs het woord burgeroorlog in de mond te nemen, hoewel die visie weinig weerklank vindt.  Gelukkig is het tot nu toe rustig gebleven.  Regelmatig wordt er gedemonstreerd, maar van onlusten of andere geweldsincidenten is de laatste tijd nauwelijks sprake geweest.  Maar dat is nog lang geen reden om opgelucht adem te halen en rustig achterover te gaan leunen.  Er zou wel eens sprake kunnen zijn van een stilte voor de storm.  Voortdurend wordt ons op het hart gedrukt scherp te blijven.


De gebeurtenissen van de laatste twee maanden geven nog volop redenen voor ongerustheid.  Zo worden journalisten steeds meer de mond gesnoerd en worden leden van de oppositie en anderen die de zittende regering bekritiseren, bedreigd.  Regelmatig vinden er arrestaties plaats van figuren die zich bezig zouden houden met het voorbereiden van aanslagen.  Ondertussen moet de officiële berichtgeving met een extra kritische blik gevolgd worden.  De kwaliteit van de berichtgeving laat het nodige te wensen over.  Ik heb bij mij op het werk een collega die als opdracht heeft het nieuws te filteren en iedereen te informeren over de actuele veiligheidssituatie.  Ze heeft daarvoor de nodige contacten met collega’s bij andere clubs om er voor te zorgen dat we voortdurend goed op de hoogte zijn en blijven.  Het lukt op die manier om een tamelijk goed beeld te krijgen van de veiligheidssituatie.  Maar sommige puzzelstukjes willen maar niet op hun plaats vallen.

Een onderwerp wat de laatste weken opvallend in het nieuws is is dat er ’s avonds na tienen, verspreid over de stad, en ook in andere plaatse overigens, harde knallen te horen zijn.  Knallen waarvan niemand schijnt te weten wat het is en waarom.  Zelf hebben we ze ook een keer gehoord.

Er doen de nodige speculaties de rondte om dit fenomeen te verklaren.  Raar toch dat zoiets, na een week of twee inmiddels, door niemand uitgelegd kan worden en dat het bij speculaties blijft.  Eén van de mogelijke verklaringen die gegeven wordt is dat de knallen niets meer zijn dan vreugdevuur bij het vieren van een bruiloft.  Ook raar.  Iedereen die een jaartje in Tunesië woont weet inmiddels dat er hier bij de viering van een bruiloft geen vreugdevuur afgeschoten wordt.  Wat je wel hoort is het luid rollend tonggeluid waarmee vrouwen hun blijdschap laten blijken.  En toeterende auto’s.

Een andere verklaring is dat er een campagne is gestart om de stad te ontdoen van de hordes verwilderde honden die de stad onveilig maken.  Als fietsliefhebber moet ik toegeven dat ik het geen slecht idee vindt om daar eens iets aan te doen, maar het lijkt me niet echt de meest effectieve methode om ze op deze manier, in het donker, af te schieten.  En mocht dat al zo zijn, dan moet een simpel belletje naar de gemeente voldoende zijn om dit verhaal te ontkrachten of bevestigd te krijgen, zelfs voor een slecht opgeleide en weinig kritische journalist.  Niet dus.

Een derde mogelijkheid die genoemd wordt is dat er sprake is van vuurwerk of schoten in de lucht om mensen voor te bereiden op een periode van onrust waarin er wel eens echt met scherp geschoten zou kunnen gaan worden.  Of dat het misschien een poging is om de politie in verwarring te brengen.  Allemaal weinig overtuigende theorieën.  Niemand die het echt weet.  Bij gebrek aan een betrouwbare journalistiek blijft het dus gissen.  Mocht er nog iemand zijn met een lumineus idee, laat het even weten.  En wat ik er zelf van denk?  Ik denk er het mijne van.

zondag 8 september 2013

De Wesp

Afgelopen week heb ik voor het eerst sinds weken weer een stukje gefietst hier in Tunis.  Omdat het nog steeds tamelijk warm is overdag heb ik wel even gewacht tot de zon gezakt was.  Een beetje donker wel, maar er gaat uiteindelijk weinig boven een ritje tijdens een zwoele zomeravond.  En dat met een constant uitzicht op zee.  Prachtig toch?  Boven m’n hoofd fladdert een vleermuis met me mee.  Een kat kijkt me uitdagend aan en springt vlak voor m’n wielen weg.  Ik ontwijk hem met gemak.  Na een paar minuten zit het tempo er al goed in en begin ik al behoorlijk te zweten.  Caroline komt even een kijkje nemen en moedigt me aan.  Snel maakt ze een paar actiefoto’s voor het thuisfront.
 
Van onder m’n achterwiel  klinkt inmiddels een indringend gezoem.  De magneet die moet zorgen voor de nodige weerstand. 
Het doet me denken aan de dubbeldekker van de NS waarmee ik jarenlang naar Den Haag ben gereisd.  Die had dat ook.  Als je er lang genoeg mee reist hoor je dat gezoem niet meer, maar nu ik al een poos niet meer met de trein ben mee geweest valt het meteen op.  Het schiet me ineens te binnen dat die trein de bijnaam “de wesp” had.  Het is geel met blauwe strepen en het zoemt.  Niet gek bedacht die bijnaam.  De mijne is hemelsblauw.  Een blauwe wesp.  Ach, waarom ook niet?

Na een voorjaar en zomer waarin het fietsen wat op de achtergrond was geraakt is het fietsvirus weer aardig gaan kriebelen.  Terug in Nederland heb ik afgelopen augustus twee korte ritjes gemaakt door de Nederlandse polder.  'O, wat was het mooi' en 'oei, dat viel niet mee' en, 'ja ik wil meer'.  Om mijn voornemen om weer wat meer aan de conditie te gaan werken kracht bij te zetten had ik via internet een fietstrainer aangeschaft en in Bergen op Zoom laten bezorgen.  Een echte Tacx.  We hadden al eens eerder zo’n apparaat in huis.  Een ouderwetse rollenbank waar ik zo af en toe eens een halfuurtje op ging trainen.  M’n fietsmaten fronsten er hun wenkbrauwen bij, maar ik heb er veel plezier aan gehad.  Tot het apparaat een paar jaar geleden op de milieustraat terecht is gekomen bij het oud-ijzer.  Verroest, versleten en verworden tot een lelijke sta-in-de-weg.


Nee, dan zo’n nieuw apparaat.  Een kilo of tien alles bij elkaar en inklapbaar zodat je het altijd aan de kant of onder bed kunt schuiven.  Of in je koffer kunt stoppen.  De koffer van Caroline bleek precies groot genoeg te zijn om het apparaat mee te kunnen nemen naar Tunis.  En zo kwam het dat Caroline een paar weekjes terug met een koffer vol met mijn fietsspullen en ik met een koffer vol met Caroline’s kleding terug naar Tunis zijn gereisd.  Probleemloos passeerden we de douane op Zaventem en Tunis.  Een beetje opgelucht ook wel, want wat zou zo’n douanebeambte wel niet denken van de inhoud van mijn koffer.  En bovendien is zo’n apparaat nou niet bepaald gangbaar, zeker niet hier in Tunesië.

De Bianchi, m’n racefiets waar ik een aantal jaren in Nederland op gereden had en die nu al weer anderhalf jaar werkeloos tegen de muur stond, moest nog wel even afgesopt worden.  Er was inmiddels een aardig laagje stof op gekomen.   En ook de derailleurs moesten weer even bijgesteld worden.  Geen fijne klus, want wat dat betreft heb ik echt twee linkerhanden.  En het zou niet de eerste keer zijn dat ik uiteindelijk, na een hoop gepruts, met m’n fiets in de hand en het schaamrood op de kaken, nog vlak voor de koers naar de fietsenmaker kon.  En aangezien het zoeken is naar een speld in een hooiberg om hier in Tunis een fietsenmaker te vinden die verstand heeft van racefietsen kon ik maar beter geen fouten maken.  Maar het is allemaal voor elkaar gekomen.  De boel is geïnstalleerd en ik kan aan de slag.  En over een paar weken zijn de temperaturen ook weer zo dat ik met de bike ook weer de weg op kan.  Weer bouwen aan een betere conditie en op naar een nieuw fietsseizoen.  Ik heb Caroline al voorzichtig gepeild hoe ze denkt over een lange vakantie in de Alpen, met fiets.