dinsdag 7 januari 2014

Het zuiden

Bij ons in La Marsa hangt een hele mooie foto boven de bank.  Een oud bergdorpje met huisjes van okerkleurige stenen met op de voorgrond een witte minaret.  Tamelijk bekend in Tunesië.  Het zou ergens in het zuiden van de bewoonde wereld van Tunesië liggen, in de buurt van Matmata.  Daar waar zo’n beetje de woestijn begint.  Niet ver van Djerba, waar we voor de kerstdagen en de jaarwisseling een hotelletje hadden geboekt.  Voor een week, om even bij te komen, maar natuurlijk ook om Djerba en omgeving te verkennen en om met eigen ogen dat mooie fotogenieke dorpje te gaan zien.  Ons hotelletje was in één van de vele fondouks in Houmt Souk, die oorspronkelijk dienst hebben gedaan als karavanserai voor de handelaren die in Houmt Souk zaken kwamen doen.

Dat je in Djerba in de buurt van de Sahara komt was al snel te merken.  Toen we de eerste dag in Houmt Souk op een terrasje zaten trok er een grote geelgrijze wolk voor de zon.  Ik dacht nog even nietsvermoedend aan een dreiging van regen, maar toen het er ook nog even bij ging waaien kwam er hele fijne neerslag uit.  Zand.  Overal in de het stadje ligt zand.  Op de pleintjes, op de straten, overal zand.  Om bij de woestijn te komen hoef je met de auto alleen nog maar het eilandje af.  Eén dag, om de omgeving van Matmata te gaan verkennen, hebben we dat gedaan met het pontje aan de westkant.  Zodra je het eiland af bent kom je in een droog en verlaten landschap.  Nog wel wat olijfboomgaarden, maar verder toch vooral veel zand.  In de verte zien we een kudde kamelen.  De streek rond Matmata is vooral bekend om z’n grotwoningen en oude Berberdorpen in de bergen.

George Lucas was zo onder de indruk van deze streek dat hij er opnamen heeft gemaakt voor Star Wars, oftewel La Guerre des Étoiles, zoals het in goed Frans heet.  De landschappen zijn er werkelijk adembenemend.  En de Berberdorpen die we zien, met name Toujane en Tamezret, waar de tijd heeft stilgestaan, spreken tot de verbeelding.  Maar ze zijn niet zo fotogeniek als het dorpje op de foto boven onze bank.


Twee dagen later gaan we richting Tataouine.  Dit keer nemen we de oude Romeinse dam aan de zuidkant van Djerba.  Weinig herinnert er nog aan dat de dam door de Romeinen is aangelegd of het moet het hobbelige wegdek zijn.  Na een paar kilometer komen we bij een kruispunt.  Rechtsaf richting Medenine over een goed begaanbare provinciale weg, of rechtdoor naar Tataouine, dwars door de woestijn.  We kiezen voor de woestijn.  Een kilometer of 75 te gaan en de weg is tamelijk goed.  We zijn blij dat we voor deze route gekozen hebben.  En hoewel de naam Tataouine klinkt als  een mooie planeet in een “galaxy far far away”, heeft het stadje zelf niet zo veel te bieden.  Nadat we de tank van onze huurauto opnieuw volgegooid hebben gaan we direct door.  Het gebied rond Tataouine staat bekend om de ksour; een soort burchten die werden gebruikt voor de opslag van graan en andere goederen.  We bekijken de Ksar Ouled Soltane en Ksar Hadada.  Die laatste fungeerde als decor voor de woonplaats van Anakin in Star Wars, Episode I, The Phantom Menace.

Maar behalve de ksour valt er nog meer te genieten.  Aan de westkant van Tataouine zien we in de bergen een kleine witte moskee liggen, vlak bij het dorpje Chenini.  Het blijkt de moskee van de Zeven Slapers te zijn.  Volgens de legende waren op de plek waar de moskee staat zeven Christenen op de vlucht voor de Romeinen in slaap gevallen om pas 400 jaar later wakker te worden in de tijd van de Islam.  Kort nadat ze wakker waren geworden lieten ze al weer het leven, maar niet nadat ze zich nog snel tot de Islam hadden bekeerd.  Zo konden ze gelukkig toch nog naar de hemel.  Althans, zo wil het verhaal.  Nog mooier dan het verhaal is het moskeetje zelf trouwens.  Z’n minaret een beetje scheef als een boompje in de wind.  Prachtig gelegen in de bergen.

Chenini zelf ligt een kilometer verderop, bovenop een bergkam.  Het ziet er mooi uit van een afstandje, maar we aarzelen om er naar toe te rijden wanneer we een gammel autootje over een smal onverhard weggetje naar beneden zien hobbelen.  We besluiten om toch maar verder te gaan.  Wanneer we om de bergkam heenrijden zien we Chenini ineens van de andere kant, een okerkleurig dorpje met een witte minaret er  voor.
Verdraaid, het dorpje van de foto boven onze bank.  Inderdaad erg fotogeniek.  Beneden staan twee bussen en een aantal souvenirwinkeltjes, maar in het dorpje is het rustig.  We blijven zelf niet al te lang, want we hebben nog een aardige weg voor de boeg, terug naar Djerba, het land van de lotus-eters.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten