woensdag 22 januari 2014

In het land van de lotus-eters

Terug op Djerba hebben we niet één lotus-bloem gezien.  En dat terwijl Djerba toch te boek staat als het land van de lotus-eters.  Dat heeft Djerba te danken aan de legende van Odysseus die tijdens zijn lange reis na de inname van Troje ook dit eiland aandeed.  Volgens die legende raakte Odysseus er bijna zijn hele bemanning kwijt.  Een aantal bemanningsleden was van boord gegaan en had zich tegoed gedaan aan lotus-bloemen.  Een lokale delicatesse kennelijk.  Maar doordat ze compleet bedwelmd waren geraakt door het eten van de bloemen kostte het Odysseus vervolgens de grootst mogelijke moeite om weer van het eiland weg te komen.  Misschien waren de lotus-bloemen wel zo populair dat ze daarom nu nergens meer te vinden zijn op Djerba. 
En zo kostte het ons niet al te veel moeite om het hoofd koel te houden.  Al was het wel opvallend dat Caroline de eerste morgen dwars door de oproep voor het gebed heen sliep terwijl ik rechtop in bed zat en de nodige tijd nodig had om een beetje bij te komen van de schrik.  Ons hotel lag in het centrum van het oude stadje omgeven door een aantal moskeeën.  En een Maltees kerkje om de hoek trouwens, wat ook op zondag erg stil was.  Bij ons in La Marsa is het in ieder geval een stuk rustiger.

Hoewel we dus geen lotus-bloemen hebben kunnen ontdekken is Djerba nog steeds een aantrekkelijk eiland.  Desondanks blijven de meeste toeristen angstvallig binnen de goedbewaakte muren van hun all-in resort aan de noordoostkant van het eiland.  Veel toeristen waren er trouwens niet.  Afgeschrikt door alle negatieve publiciteit in de westerse media, wat zo rond kersttijd nog eens flink aangedikt werd.  Kersttijd zou een mooie tijd zijn voor terroristen om toe te slaan en de toch al wankele politieke situatie in Tunesië verder te ondermijnen.  De “dreiging” maakte het er niet gezelliger op.  Veel hotels langs de kust van Djerba zijn inmiddels al behoorlijk in verval geraakt, en de verscherpte bewaking en de politiecontroles leveren een nog wat grimmigere sfeer op, ook al hebben die controles feitelijk weinig om het lijf en ook al worden ze nogal knullig uitgevoerd.  Zodra duidelijk is dat je Europeaan bent – een eenvoudig bonjour of bonsoir is daarvoor over het algemeen al voldoende – kun je je weg direct vervolgen.

De toeristen die we op de voorlaatste dag van onze vakantie tegenkwamen op een terras van één van de all-in resorts die nog wel in bedrijf waren, leken zich overigens weinig van enigerlei dreiging aan te trekken.  Maar die zijn dan al met weinig tevreden, zolang ze hun natje en droogje maar op tijd hebben.  Jammer, want zo missen ze heel wat.  Zoals we in onze vorige blog al schreven hadden we zelf een kamer geboekt in een voormalige fondouk, in het hart van Houmt Souk.  Een klein gezellig stadje met een paar leuke souks en levendige terrasjes.  De souks richten zich vandaag de dag vooral op de toeristen, die er dus nauwelijks zijn, en er zitten daarnaast ook volop kleine kruideniertjes, kleermakers, weverijen, kapperszaakjes en dergelijke voor de lokale bevolking.  We hebben aardig wat tijd doorgebracht in Houmt Souk, vooral met een heerlijk glas jus d’orange, lekker in het zonnetje op een van de vele terrasjes.


Maar we hebben ook de omgeving van Houmt Souk verkend.  Zoals de oude Siciliaanse burcht uit de 13e eeuw, vlak aan de kust, en het pottenbakkersdorpje Guellala.  Niet op de fiets, zoals we aanvankelijk nog hadden overwogen, maar gewoon met de taxi en met onze huurauto, zoals te doen gebruikelijk.  De reisgidsen hadden ons vooraf lekker gemaakt door te melden dat Djerba prima met de fiets te verkennen is en dat er volop fietsenverhuurders zouden zijn, maar dat bleek in de praktijk nogal tegen te vallen.  Ook het fietspad (!) tussen de toeristenzone en Houmt Souk leek al geruime tijd niet meer gebruikt te zijn;  niet onderhouden en flink overwoekerd door struiken.  We zijn er inmiddels al wat aan gewend geraakt.

Eén van de belangrijkste bezienswaardigheden van Djerba is de wereldberoemde synagoge van Erriadh, een paar kilometer buiten Houmt Souk.  Niet vanwege de geweldige architectuur of z’n enorme omvang of iets dergelijks, maar vanwege z’n historische belang.  Djerba heeft van oudsher een relatief grote joodse gemeenschap en de synagoge van Erriadh is een belangrijk pelgrimsoord voor joden uit heel Noord-Afrika. 
 
De synagoge zou gebouwd zijn op de plek waar een steen uit de hemel neer zou zijn gevallen, waarna een mysterieuze vrouw was verschenen die de bouw van de eerste synagoge van Noord-Afrika zou hebben geleid.  Meer dan 2000 jaar geleden.  Of de verteller van dat verhaal ook een liefhebber was van lotus-bloemen hebben we trouwens niet kunnen achterhalen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten