Vrijdag 20 juli, onze lieve buren brengen ons naar het
vliegveld. Het woord buren doet hen eigenlijk veel te kort. Steeds weer blijkt
het dat ze een enorm groot hart hebben en ons op allerlei manieren bijstaan.
In een paar uur brengt
het vliegtuig ons in een andere wereld. Weer terug om een poosje in Afrika te
gaan wonen. Vanzelf dwalen mijn gedachten af naar de reis die ik bijna twintig
jaar geleden in mijn uppie maakte om één jaar in Zambia te gaan wonen. Hoe heb ik dat eigenlijk ooit gedurfd toen? Jong en onbezonnen? En nu … hopelijk wat jaartjes wijzer geworden? Ik weet het niet zeker
hoor. Er bekruipt me een licht angstig gevoel. Waarom doe ik dit eigenlijk?
Best een goede vraag natuurlijk, het antwoord zal ook vanzelf weer komen. Daar heb ik vertrouwen in.
De zon schijnt en het is erg warm. De taxichauffeur brengt
ons in volle vaart naar huis. Hij lijkt behoorlijk chagrijnig te zijn. Ik vraag
me af of dit is omdat vandaag de Ramadan
begonnen is en het mij werkelijk een onmogelijke opgave lijkt om in deze hitte
de hele dag te rijden in een warme taxi zonder bijvoorbeeld ook maar een druppel
water te kunnen drinken.
Corné en ik drinken in het appartement aangekomen thee, gaan
ons verfrissen en eten een hapje verderop in de straat. Tegen tien uur val ik
meteen in een diepe slaap in ons hemelbed. De dromen komen zoals altijd
vanzelf. Ik heb deze nacht een hele sterke droom over een paar collega’s die me
erg nabij staan. ‘s Morgens bedenk ik me dat de droom echt vol met verwijzingen
heeft gezeten waar ik me (on)bewust mee bezig aan het houden ben. Het omschakelen
naar een nieuw bestaan en het nu gedeeltelijk gaan loslaten van het leven zoals
ik dat gewend ben. Mis ik mijn werk nu al? Ik droom dat ik op bezoek ben in het
nieuwe, prachtige huis van een collega en zijn vriendin. Ze vertellen me echter
dat ze nog heel erg moeten wennen en zich er nog niet thuis voelen. Ik vind het
jammer voor hen. Er zijn andere collega’s op bezoek en we hebben het gezellig samen.
Zelf val ik tot mijn schaamte een paar
keer van mijn stoel, ook als ik van stoel wissel. Er gebeuren verder allerlei dingen waarvan ik
weet wat ze zouden kunnen betekenen, zoals het gedeeltelijk verlies van een
beetje haar. Gelukkig niet al te veel. Lekker
dramatisch kan ik toch zijn. Wat dat betreft pas ik wel in de Arabische
cultuur: gevoel voor drama heb ik altijd al gehad! Ik kan het bij het wakker worden meteen mijn verhaal aan Corné kwijt. Ik weet dat het me tijd zal gaan kosten. Het kan ook niet anders. Ik voel een fractie van wat Corné moet hebben gevoeld toen hij hier een half jaar alleen is geweest. Dat vind ik goed aan dit gevoel, het helpt mij hem beter te begrijpen. Wouw, zijn moeder heeft nog steeds gelijk. Niet alleen toen hij klein was, ook nu is hij een dapper manneke.
Deze eerste dag vliegt voorbij. We beginnen met boodschappen doen en dat vind ik altijd leuk. Ik kijk mijn ogen uit. Niet alleen naar wat we allemaal kunnen kopen, maar ook naar de mensen. Ik kijk vooral naar hoe de vrouwen gekleed gaan. Dat is heel gemêleerd. Vaak traditioneel, maar ook zeker heel modern. De karren liggen tjokvol. Vanavond komt er een heerlijk feestmaal op tafel. We worden weer naar huis gebracht door de taxi en deze chauffeur is heel vriendelijk. Twee uur zonder drinken en eten… Thuis gekomen starten we, zoals Mohammed ooit deed, met een dadel.
Salem,
Caroline
Nou nou, en ik heette dan een dromer te zijn. Maar eigenlijk denk ik dat het weinig om het lijf heeft. Het is de kapotte stoel van het Rietland die je achtervolgt. Dat is alles.
BeantwoordenVerwijderenGroetjes,
Jack
Haha, ik ben ook vast en zeker een dromer! Verder niets ernstigs...ik verwerk 's nachts wat ik overdag meemaak en wat mij bezighoudt...voor mij inmiddels heel gewoon ;-)
BeantwoordenVerwijderen