zaterdag 21 juli 2012

Ahlam (droom in het Arabisch)


Vrijdag 20 juli, onze lieve buren brengen ons naar het vliegveld.  Het woord buren doet hen eigenlijk veel te kort.  Steeds weer blijkt het dat ze een enorm groot hart hebben en ons op allerlei manieren bijstaan.
In een paar uur brengt het vliegtuig ons in een andere wereld.  Weer terug om een poosje in Afrika te gaan wonen.  Vanzelf dwalen mijn gedachten af naar de reis die ik bijna twintig jaar geleden in mijn uppie maakte om één jaar in Zambia te gaan wonen.  Hoe heb ik dat eigenlijk ooit gedurfd toen?  Jong en onbezonnen?  En nu … hopelijk wat jaartjes wijzer geworden?  Ik weet het niet zeker hoor.  Er bekruipt me een licht angstig gevoel.  Waarom doe ik dit eigenlijk?  Best een goede vraag natuurlijk, het antwoord zal ook vanzelf weer komen.  Daar heb ik vertrouwen in.

De zon schijnt en het is erg warm.  De taxichauffeur brengt ons in volle vaart naar huis.  Hij lijkt behoorlijk chagrijnig te zijn.  Ik vraag me af of dit is omdat vandaag de Ramadan begonnen is en het mij werkelijk een onmogelijke opgave lijkt om in deze hitte de hele dag te rijden in een warme taxi zonder bijvoorbeeld ook maar een druppel water te kunnen drinken. 
Corné en ik drinken in het appartement aangekomen thee, gaan ons verfrissen en eten een hapje verderop in de straat.  Tegen tien uur val ik meteen in een diepe slaap in ons hemelbed.  De dromen komen zoals altijd vanzelf.  Ik heb deze nacht een hele sterke droom over een paar collega’s die me erg nabij staan.  ‘s Morgens bedenk ik me dat de droom echt vol met verwijzingen heeft gezeten waar ik me (on)bewust mee bezig aan het houden ben.  Het omschakelen naar een nieuw bestaan en het nu gedeeltelijk gaan loslaten van het leven zoals ik dat gewend ben.  Mis ik mijn werk nu al?  Ik droom dat ik op bezoek ben in het nieuwe, prachtige huis van een collega en zijn vriendin.  Ze vertellen me echter dat ze nog heel erg moeten wennen en zich er nog niet thuis voelen.  Ik vind het jammer voor hen.  Er zijn andere collega’s op bezoek en we hebben het gezellig samen.  Zelf val ik tot mijn schaamte een paar keer van mijn stoel, ook als ik van stoel wissel.  Er gebeuren verder allerlei dingen waarvan ik weet wat ze zouden kunnen betekenen, zoals het gedeeltelijk verlies van een beetje haar.  Gelukkig niet al te veel.  Lekker dramatisch kan ik toch zijn.  Wat dat betreft pas ik wel in de Arabische cultuur: gevoel voor drama heb ik altijd al gehad!

Ik kan het bij het wakker worden meteen mijn verhaal aan Corné kwijt.  Ik weet dat het me tijd zal gaan kosten.  Het kan ook niet anders.  Ik voel een fractie van wat Corné moet hebben gevoeld toen hij hier een half jaar alleen is geweest.  Dat vind ik goed aan dit gevoel, het helpt mij hem beter te begrijpen.  Wouw, zijn moeder heeft nog steeds gelijk.  Niet alleen toen hij klein was, ook nu is hij een dapper manneke.

Deze eerste dag vliegt voorbij.  We beginnen met boodschappen doen en dat vind ik altijd leuk.  Ik kijk mijn ogen uit.  Niet alleen naar wat we allemaal kunnen kopen, maar ook naar de mensen.  Ik kijk vooral naar hoe de vrouwen gekleed gaan.  Dat is heel gemêleerd.  Vaak traditioneel, maar ook zeker heel modern.  De karren liggen tjokvol.  Vanavond komt er een heerlijk feestmaal op tafel.  We worden weer naar huis gebracht door de taxi en deze chauffeur is heel vriendelijk.  Twee uur zonder drinken en eten…  Thuis gekomen starten we, zoals Mohammed ooit deed, met een dadel.

Salem,
Caroline

2 opmerkingen:

  1. Nou nou, en ik heette dan een dromer te zijn. Maar eigenlijk denk ik dat het weinig om het lijf heeft. Het is de kapotte stoel van het Rietland die je achtervolgt. Dat is alles.

    Groetjes,

    Jack

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Haha, ik ben ook vast en zeker een dromer! Verder niets ernstigs...ik verwerk 's nachts wat ik overdag meemaak en wat mij bezighoudt...voor mij inmiddels heel gewoon ;-)

    BeantwoordenVerwijderen