Onderweg ontmoet je vaak de meest bijzondere mensen die je
niet kent maar die soms toch een
onuitwisbare indruk bij je achter laten.
Zo was er ooit een man in Nicosia die
mijn vriendin Diana en mij een pakje sinaasappelsap gaf toen we hem, verdwaald
en met verhitte hoofden, de weg vroegen. Het lijkt zo iets simpels maar ik zal dit
aardige gebaar nooit vergeten. Zo heb ik
inmiddels een verzameling vol van zulke
vriendelijke mensen in mijn herinnering en dat maakt reizen zo inspirerend vind
ik.
Nu weer twee bijzondere mensen zowel op de heen-als
terugreis naar Nederland. Vorige week
vrijdag vertrokken Corné en ik samen naar het vliegveld. Corné op weg naar Toulouse om in de Franse
Pyreneeën de fietsweek door te brengen met zijn fietsmaten. Zijn vlucht was net iets vroeger dan de mijne
gepland. Uiteindelijk blijkt mijn vlucht
een flinke vertraging te hebben van wel 5 uur. Maar dat wist ik op dat moment nog niet. De informatie over vertrek is mondjesmaat en
ik kom daardoor in gesprek met een Vlaamse die al wel iets meer informatie had opgevangen.
Deze
Vlaamse dame, ze heet Sara, is al 17 jaar leidinggevende in een
confectiebedrijf vlakbij Sousse. Daar
wilde ik natuurlijk graag meer van weten… Ze heeft me veel verteld over haar werk, haar
bevindingen en het dagelijkse leven in Tunesië voor en na de revolutie.
Ik voelde me gesterkt doordat ik in haar verhaal de bevestiging heb gevonden
van het feit dat een Europese vrouw in
haar eentje leiding kan geven aan een bedrijf in Tunesië en dat haar dit lukt.
Temeer omdat mijn tante, sceptisch, maar overigens vast met goede bedoelingen, me veel succes had gewenst
met het vinden van een baan (waar ik overigens nu nog niet aan denk, ik ga
eerst Franse les volgen). Mijn tante had
een voorbeeld voor me waarin een Nederlandse vrouw zaken wilde doen voor een
confectiebedrijf dat stropdassen maakt. Ze
ging naar Tunesië omdat haar man verhinderd was. Daar aangekomen kon ze meteen rechtsomkeer maken
en onverrichter zaken naar Nederland terug gaan om het feit dat ze een vrouw is
en ze daardoor niets kon bereiken.
Nu was het mijn kans om Sara van alles te vragen over haar
werk en haar leven in Tunesië. Ze vertelt
mij er graag over. Ik selecteer de
inhoud van haar verhaal zorgvuldig. De
activist in mij komt naar boven bij het verhaal dat er geen airco aangeschaft
wordt voor de fabriekshal door de grote baas in België. Daar steggelen ze al 12 jaar over en het
definitieve besluit is pas gevallen. De
investering is hem te groot. Het lijkt
mij een kwestie van korte termijn denken en gebrek aan visie. Anno 2012 besteden we in Europa graag werk uit
aan lageloonlanden om zo onze eigen zakken sneller te kunnen vullen. Bah!
Een weekje in Nederland zijn was prettig. Toch kwam dit bezoek wat te snel voor mijn
gevoel en wil ik eigenlijk weer niet tien dagen zonder Corné zijn. Ik ben afgelopen zondag weer vertrokken naar
Tunesië. Hartverwarmend dat Leo, Nid,
Lisha en Isabel me naar het vliegveld in Brussel brachten. Ook deze keer helaas weer enige vertraging,
maar opnieuw valt er weer genoeg te beleven. Terwijl ik mijn tijdschrift aan het lezen ben,
merk ik dat een man recht tegenover me steeds naar me zit te kijken. Niet echt prettig vind ik en ik besluit het
te negeren. Af en toe kijk ik stiekem en
steeds zit hij naar me te kijken. Even
later ga ik na een bezoek aan het toilet ergens anders zitten tot we
vertrekken. Het is haast onmogelijk en
voor diegene die in toeval geloven…zéér toevallig, maar hij zit náást me in het
vliegtuig! Ik besluit stoïcijns te blijven
en mijn Frans is toch nog niet toereikend genoeg bedenk ik me. Ik begin met lezen in mijn boek.
Even later, voor we gaan opstijgen, biedt hij
mij en de buurvrouw aan de andere kant een kauwgompje aan en vraagt dan of ik
Vlaamse ben. Goh, wat grappig. Corné heeft altijd gezegd dat ie valt op Vlaamse
types. M’n buurman blijkt eigenlijk erg aardig
te zijn. Ik heb een leuk gesprek met hem
over Tunesië. Interessant toch om
informatie van binnenuit te krijgen? Deze heer, hij heet Ouanes , werkt in België
en gaat nu voor drie weken naar zijn huis in Tunesië. Het is een rustige, vriendelijke man. Een beetje ingetogen ook. Als we landen, lopen we samen op naar de band
waar de koffers aankomen. Helaas hebben
ook de koffers vertraging en staan we erg lang te wachten. Zelfs als hij zijn koffer al lang heeft, wil
hij op de mijne blijven wachten om me te helpen sjouwen. Ik protesteer wel, mijn koffer van de band af tillen
lukt me echt wel, maar hij is beslist. Hij staat erop om me te helpen. Als ik me echt zorgen begin te maken dat mijn
koffer vast kwijt is, bijna iedereen heeft zijn koffer al, komt de mijne er
eindelijk aan. Op het karretje gezet
door mijn beschermheer Ouanes. Samen
lopen we naar de aankomst hal waar ik Corné in zijn armen kan vallen en we vriendelijk
afscheid nemen van elkaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten