Nadat ik meer over de pelgrimsstad Kairouan gelezen heb, wil
ik er erg graag zelf naar toe. Kairouan
ligt in midden Tunesië en is een belangrijke plaats voor moslims in Noord
Afrika. Na Mekka, Medina en Jeruzalem de
vierde pelgrimsstad. Als je hier zeven
keer geweest bent, staat dit gelijk aan één keer naar Mekka gaan. In vroegere tijden mochten niet moslims er
zelfs niet komen. Net zoals dat nu nog
in Mekka het geval is. Dit maakt me
juist nieuwsgierig.
Zou december een goede
tijd zijn? Hoe is het weer hier dan? Tot nu toe vrij goed en we besluiten het
kerstweekend dan ook naar Kairouan te gaan. We worden van te voren wel gewaarschuwd dat
het er onveilig kan zijn. Het is een
bolwerk van Salafisten (fundamentalistische moslims). Werpen we onszelf voor de leeuwen? ‘Misschien is het wel verstandig om een
hoofddoek te dragen’, zegt Malik, een
collega van Corné. Ik zie wel. In Iran was dat ook het geval en ik heb er weinig
problemen mee, als dat er voor nodig is om het met eigen ogen te kunnen zien. Na nog wat waarschuwingen
van mensen die hier langer dan wij wonen, besluiten we niet in Kairouan te
overnachten, maar in Sousse. Het is nog
steeds onrustig in Tunesië en het is verstandig om voorzichtig te zijn.
Op de heenweg
nemen we de trein naar Sousse. Prima
vervoermiddel en zo zien we meteen wat van het landschap. Helaas gaat er iets mis. Bij Sousse aangekomen stopt de trein bij een
klein voorstadje, nog geen 5 kilometer van Sousse. De conducteur loopt langs en roept iets, maar
dat is in het Arabisch. Voor alle
zekerheid vragen we aan een medepassagier of we hier uit moeten stappen voor
Sousse, maar hij weet het zelf ook niet.
Na een minuut of twee vraagt onze medereiziger waar we eigenlijk heen
willen. ‘Ja, hallo, Sousse.’ ‘Uhhhh…. kweenie, misschien moet u hier dan wel
uitstappen.’ We grissen snel onze tassen
uit het rek en proberen ons een weg te banen naar de uitgang. Dat valt niet mee, want het gangpad is
inmiddels behoorlijk volgestroomd en we stranden op het overvolle balkon. Balen. We hebben eigenlijk geen idee wanneer de
volgende stop is. Sfax misschien? Uiteindelijk na 50 minuten stopt de trein op
een klein stationnetje. El Jem, lezen we
op het bord. Kunnen we hier wel
makkelijk een trein terug pakken? We
aarzelen even, maar als we voorbij het stationsgebouw kijken zien we meteen het
enorme colloseum van El Jem. Het op één
na grootste van het oude Romeinse Rijk na dat van Rome. De kolos torent hoog uit boven het kleine
dorpje. We springen snel naar
buiten. De perronopzichter vertelt ons
dat de eerstvolgende trein terug naar Sousse over ongeveer anderhalf uur
gaat. Een beetje krap voor een
uitgebreid bezoek, maar tijd zat voor een heerlijke lunch op een terras voor
het colloseum. We genieten van het lekkere
zonnetje en prijzen ons gelukkig met dit kerstcadeautje. Het gebouw ziet er nog redelijk goed
uit. Een groot deel is weliswaar
verdwenen, maar van uitlaatgassen heeft het niks te lijden gehad. Corné: ‘Ik probeer me in te beelden hoe het
er vroeger aan toe ging. Zouden er
interlands gehouden zijn tussen Romeinse gladiatoren en een team van locals? Er is daar binnen die muren veel bloed
gevloeid. Zo veel is wel zeker. Als je je ogen dicht doe kun je nog het gegil
horen van de terdoodveroordeelden die door de leeuwen verscheurd worden. Aangemoedigd door zo’n 30.000 bezoekers. Geef de mensen brood en spelen.’
In Sousse overnachten we twee
nachtjes in een groot hotel vlakbij het strand. Er zijn veel overwinterende oudjes. Kerstmis wordt hier niet overgeslagen. In de lobby staan verschillende kerstbomen en
de kerstman ontbreekt ook al niet. In de
omgeving van het hotel zijn alle restaurants ook in kerstsfeer gebracht. Brood en spelen voor de toerist van de 21e
eeuw. Niet helemaal op z’n plaats hier,
vinden we. Zelf proberen we de andere
dag hier aan te ontsnappen en gaan we met de louage op weg naar Kairouan. De chauffeur zet ons af bij de poort van de Grote
Moskee. De eerste die ooit op Afrikaanse
bodem gebouwd is. We kijken in alle rust
rond op de binnenplaats met als middelpunt een waterbron die volgens de
overlevering in contact zou staan met de bron Zamzam in het hart van
Mekka. We merken al snel dat we veel te
warm gekleed zijn. Onze winterjassen
hadden we beter thuis kunnen laten.
Wanneer we naar buiten gaan worden we opgewacht door een clandestiene
gids die ons op sleeptouw neemt door de medina.
Het wachten is op de onvermijdelijke tapijtwinkel, maar hij laat ons
veel leuke details van de oude stad zien, dus we laten het maar over ons heen
komen. De tapijtwinkel blijkt gehuisvest
in het oude huis van de Bey, een voormalig gouverneur. Caroline jokt dat ons huis in Tunis al
helemaal vol ligt met handgeknoopte tapijten en na een paar minuten staan we gelukkig
al weer buiten.
Na
een lunch op een dakterras tegenover de Grote Moskee bezoeken we nog de Moskee
van de Barbier. In het kleine mausoleum
bij de moskee ligt de kapper van Mohammed begraven. In z’n graf ligt het kleed waarin hij drie
baardharen van Mohammed heeft genaaid.
Opvallend genoeg ligt aan de overkant van de moskee een speeltuin
waarvan de toegangspoort versierd is met Mickey Mouse. Mickey Mouse verbroedert, maar wat zullen de Salafisten daar niet van denken? We hebben overigens weinig mannen met baarden
en djellaba’s gezien.
Als we langs de kasba lopen en daar een prachtig hotel zien liggen nemen
we ons voor om daar volgende keer te gaan slapen. Na even gewinkeld te hebben in de souk
stappen we weer op de louage naar Sousse.
Daar gaan we
de volgende dag eens rond kijken. Als we
uit de taxi stappen bij de medina worden we ‘welkom’ geheten door een joviale jongen
die ons zegt te kennen van het hotel.
Mmm, hij komt ons niet direct bekend voor, maar er loopt ook zoveel
personeel rond. Hij vertelt ons dat hij
vandaag een vrije dag heeft en dat het vandaag feest is in de medina. Omdat het kerstmis is? Nee, het is iedere dag feest in de medina,
weten we inmiddels vanuit Tunis. Met een
handig praatje staan we in een mum van tijd in een sieradenwinkel. Of we wellicht geïnteresseerd zijn in een handje
van Fatima? Wederom hebben we dit niet
nodig, want ook die hebben we al. Echt
waar. Willen we iets anders kopen
misschien en een kopje thee? Nee, we willen
vooral de bezienswaardigheden zien. Sportief nemen ze afscheid van ons. Geamuseerd dubben we nog even hoe dit trucje nu
in elkaar stak. Kennelijk had de taxichauffeur
die ons bij het hotel oppikte z’n maat bij de medina stiekem in weten te
seinen. Een knap staaltje. Dat mag gezegd.
We bekijken
inderdaad nog enkele bezienswaardigheden zoals de Ribat, een oud koopmanshuis
en de medina. Langs het strand lopen we
weer terug naar het hotel om onze tassen op te pikken. Deze keer nemen we de louage terug naar Tunis
waar we zonder kleerscheuren weer aankomen.
Vanaf gisteren ook in 't Krabbegat: Leut, brood en speule.
BeantwoordenVerwijderen