zaterdag 11 mei 2013

De zevende hemel

Caroline’s grote droom is uitgekomen.  We zijn naar de woestijn geweest.  Twee weken terug moest ik voor werk naar een door ons gesteunde organisatie in het zuidoosten van Marokko.  Errachidia om precies te zijn.  Het vliegveld vlak bij Errachidia is al een paar jaar gesloten en om er te komen is tegenwoordig een lange busreis nodig dwars door de Hoge Atlas.  Ik heb dezelfde reis vorig jaar ook al eens gemaakt.  Deze keer was Caroline mee.

Vanuit het kosmopoliete Casablanca naar Errachidia verandert het landschap voortdurend.  De hoogvlakten van de Hoge Atlas geven vooral een desolate indruk.  Vorig jaar, begin april, waren de hoogvlakten vooral nog erg grijs en dor.  Nu, ietsje later in het jaar, was het al wat groener.  Gras en wat lage struiken.  Volop plezier voor de tientallen schaapskudden die je onderweg tegenkomt.  Na Midelt valt op dat de begroeiing in de dalen anders wordt.  De eerste dadelpalmen kondigen een warmer klimaat aan.  Wanneer de laatste bergpas overgestoken is bereiken we Errachidia waar we voor een paar dagen neerstrijken in een eco-hotelletje gerund door een aardige Italiaanse mevrouw.  Het is niet druk in het hotelletje, hoewel het voor een bezoek aan deze regio wel hoogseizoen is.  De meeste toeristen zoeken een overnachtingsadres nog ietsje zuidelijker.  In ons hotel verblijven voornamelijk zakenlui die na één nachtje weer terugreizen richting Rabat of Casablanca.

In Errachidia treffen we ook mijn collega Asmae die eerder met de nachtbus is gekomen.  Omdat we bij de organisatie waar we langs moeten ook een aantal bestuursleden willen spreken, die alleen in het weekend beschikbaar zijn, werken we vrijdag tot en met zondag.  Maandag hebben we een vrije dag om de omgeving te verkennen.  We mogen de auto van de organisatie gebruiken en huren een chauffeur in, Ismaël.  Hij kent de regio op z’n duimpje en tipt ons over de te nemen route in de richting van Merzouga, het absolute hoogtepunt van onze trip.  Nog midden in de stad gaat Ismaël van de hoofdweg af en rijden we via de buitenwijken van Errachidia de stad uit.  We belanden direct op een smal weggetje dwars door een stoffig landschap, maar al na een paar kilometer passeren we een dorpje midden in een oase.  Mensen verplaatsen er zich per fiets, brommertje of pakezel.  We verwonderen ons wanneer we een oud vrouwtje de aarde voor haar lemen huisje schoon zien bezemen.
 
Niet veel verder buiten Errachidia is al onze eerste stop.  La Source Bleue.  Een koele waterbron midden tussen een woud van dadelpalmen.  Vanaf een wat hoger gelegen uitkijkpunt hebben we een geweldige blik over de omgeving.  Een paar kilometer verder zien we boven op een steile rotswand de ruïnes van een oude ommuurde stad.  Ik probeer me in te beelden hoe het leven er in die stad heeft uitgezien.  Ooit in een ver verleden.  Een leven uit de sprookjes van duizend-en-één-nacht, stel ik me zo voor.  Het is een indrukwekkend beeld in ieder geval.  En een paradijs kennelijk voor duizenden zwaluwen.  Ja, het voelt als zomer.



Na het bezoekje aan La Source Bleue trekken we verder naar het zuiden.  We rijden dwars door de vallei van de Ziz.  Een oud riviertje wat z’n sporen in het landschap duidelijk heeft achtergelaten.  De Ziz slingert zich door een diepe kloof dwars door het woestijnachtige landschap.  Rond het riviertje zien we hier en daar een dorpje met wat kleinschalige landbouw en vooral dadelpalmen, heel veel dadelpalmen.  Even verderop maken we nog een tussenstop bij een hoger gelegen uitzichtpunt.  In het dorpje in de groene vallei onder ons zien we kinderen een potje voetballen op een schoolpleintje.  Uit een schoorsteen kringelt rook omhoog.  Een ezel balkt.  Een haan kraait.
 
 In Rissani bezoeken we de souk en een mausoleum.  Nou ja, bezoeken … het mausoleum blijk alleen voor moslims toegankelijk te zijn.  Op zich geen punt, want ook de  tuinen en het gebouw zelf zijn de moeite van een korte bezichtiging waard.  In de souk kopen Caroline en m’n collega Asmae sjaals.  Die blijken later nog goed van pas te komen.



Na Rissani is het met het groen gedaan.  We rijden dwars door een woestijn van grijze en zwarte stenen.  Er is in de verste verte geen struikje meer te bekennen.  De wind waait wat zand over de weg.  Heel in de verte zien we het doel van onze dagtocht.  Zandduinen.  Nadat Ismaël een paar telefoontjes gepleegd heeft stuurt hij op een splitsing linksaf en komen we steeds dichterbij.  Na een paar kilometer stoppen we bij een klein hotelletje aan de rand van de duinen.  Auberge Sahara.

Dank je wel Willem voor de leuke tekening


Het is inmiddels namiddag en de hoteleigenaar gaat aan de slag om een paar dromedarissen te regelen.  Ondertussen biedt hij ons een kopje thee aan.  Terwijl de beesten klaargemaakt worden helpt de eigenaar Caroline en Asmae om hun sjaals goed om te doen.  Gelukkig is het niet al te heet, maar de zon en wind zijn altijd verraderlijk.  En dan, tegen half zes, gaan we met z’n drieën op pad voor een tochtje van twee uur.  We zijn niet de enigen.  Links en rechts van ons zien we verschillende karavanen de duinen in trekken.  Maar er zijn ook motorcrossers en mensen met fourwheeldrives die zich in de duinen uit komen leven. 
Zelf sjokken we naar het hoogste duin in de omgeving, zo’n dertig meter hoog.  Om boven te komen moeten we het laatste stuk te voet.  En dat valt nog niet mee.  Hoe hoger we komen, hoe steiler het duin wordt en hoe ruller het zand.  Puffend komen we boven.  Maar het uitzicht bovenop is werkelijk adembenemend.  Aan de westkant zien we de verschillende hotelletjes liggen aan de rand van het duinengebied, maar aan de oostkant zien we duinen zo ver als het oog rijkt.  Zo’n honderdvijftig vierkante kilometer zand.  Een relatief klein gebied nog wanneer je het vergelijkt met de hele omvang van de Sahara, maar evengoed behoorlijk indrukwekkend.  Het namiddaglicht werpt een betoverende gloed over de golvende duinen.  Dit is waar Caroline van gedroomd had.  Op weg naar Merzouga had ze het toch nog wat benauwd gekregen.  Misschien zou het wel tegen vallen.  Misschien zou ze wel zeeziek worden op de rug van de dromedaris.  Maar het blijkt werkelijk de zevende hemel.
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten