zondag 16 september 2012

Een dagje Bizerte


Nu de temperaturen overdag weer een beetje dragelijk zijn hier in Tunesië, en we in het weekend niet direct naar het strand hoeven om verkoeling te zoeken, kunnen we lekker op pad om de rest van Tunesië te gaan verkennen.  Genoeg te beleven, maar zonder auto voor de deur zijn we nog even beperkt in onze mogelijkheden.  Afgelopen zaterdag zijn we naar Bizerte gegaan.  Aan de noordkust, een kilometer of 60 boven Tunis.  Bizerte is prima met het openbaar vervoer te bereiken.  Een paar keer per dag gaat er een trein en bus, en de hele dag door louages, kleine personenbusjes die dienst doen als deeltaxi en vertrekken zodra ze vol zijn.  In één keer brengen ze je naar je eindbestemming.

Tunis heeft twee grote busstations waar ook de louages vertrekken.  Met de taxi gaan we naar het Gare Routière Nord.  Het is er een lekkere chaos, maar één keer vragen is genoeg om de juiste louage te vinden.  En we weten meteen ook hoe we Bizerte in het Arabisch uit moeten spreken.  Binnen 5 minuten zijn we op weg, maar het duurt nog een half uur voor we Tunis uit zijn.  Daarna, als we op de tolweg gekomen zijn naar het noorden, gaat het snel.  Het landschap is kaal, na een lange, hete zomer, maar straks staat het hier vol met graan.  Een paar kilometer voor Bizerte verandert het en doemt een groot pijnboombos op aan onze rechterkant.  Vlak daarachter de Méditerranee.  De louage brengt ons tot net voor Bizerte.  Het is nog een kilometertje wandelen naar het centrum net voorbij het kanaal wat de Middelandse Zee verbindt met een groot meer, waar het in het voor- en najaar zwart ziet van de trekvogels.  Daar gaan we zeker nog eens kijken, maar deze keer gaan we naar de stad.

We hebben geluk, want het is marktdag.  De groenten en het fruit zien er lekker uit.  De kruiden ruiken heerlijk.  Jammer dat het achter de kraampjes zo’n vreselijke bende is.  Toch heeft Caroline nog moeite om een plekkie te vinden om zich te kunnen ontdoen van haar uitgekauwde kauwgum.  Zo’n typisch Nederlandse gewoonte om je afval in een afvalbak te willen gooien, die we waarschijnlijk wel af zullen gaan leren.

 

Bizerte staat bekend om z’n mooie oude haven die dateert uit de tijd van de Foeniciërs.  Het is er rustig vandaag.  De schilderachtige vissersbootjes dobberen langs de kade.  Tegen de avond zullen ze wel weer uitvaren.  We genieten van een lekker bakkie koffie bij één van de cafeetjes langs de haven.  Daarna bekijken we de Kasbah, de oude ommuurde stad.  Stille, smalle straatjes.  Kinderen spelen voor de kleine moskee op straat.  Een vrouw die net de deur open doet schrikt als ze ons ziet en trekt snel een gordijn voor haar gezicht.

We wandelen verder naar het strand van Bizerte.  Ook hier is het rustig al komt dat misschien ook doordat het tamelijk hard waait en het strand vol ligt met uitgedroogd zeewier.  Geen ideale omstandigheden voor een dagje strand, maar lekker om even uit te waaien.  Even verderop staan een paar hotels langs de boulevard, waar we heen gaan voor een lunch.  Een Tunesische salade Mechouia en een schotel gegrilde inktvis.  Lekker.

Terug in het centrum van het stadje lopen we nog even over de markt.  Er wordt veel oude meuk verkocht, maar ook heerlijke kruiden en kleding.  Caroline duikt nog een paar boetiekjes in en koopt voor een prikkie wat traditionele kleding voor in huis.

Wanneer we terug wandelen richting busstation komen we voor een open brug te staan.  Het is even onduidelijk waarom.  Een eind verderop zien we dat een schip de haven binnen wordt gesleept, maar dat gaat nog wel een half uur duren voor die bij de brug komt.  Gelukkig is er nog van alles te beleven.  Aan de andere kant van de brug proberen havenlui  een containerschip te laden, maar dat gaat op z’n zachtst gezegd niet erg handig.  Het is te hopen dat de inhoud van de containers goed verzekerd is.  Caroline kan het gezwiep van de containers vlak boven de hoofden van die havenlui trouwens al snel niet meer aanzien.  Wanneer een half uur later het schip eindelijk de brug voorbij geloodst is worden we getrakteerd op de uitlaatgassen van een hoop ongeduldige brommertjes die kennelijk allemaal als eerste aan de overkant willen zijn.  Terug bij het busstation staan de louages al weer op ons te wachten.  Binnen no-time zijn we terug in Tunis.

dinsdag 11 september 2012

Lost in Translation


Dit is de titel van één van onze meest favoriete films.  In ‘Lost in Translation´ ontmoeten twee personages, Bob en Charlotte, elkaar in een hotel in Tokio.  Ze spreken geen Japans en begrijpen ook de cultuur niet echt goed.  Dit zorgt ervoor dat ze in absurde en hilarische situaties verzeild raken.  Ook wij komen regelmatig met ‘Lost in Translation’ situaties in aanraking.  En ik herken ze nu waarschijnlijk nog duidelijker na het daadwerkelijk starten met de Franse les.

Mooi op tijd en vol verwachting stap ik op maandagmorgen het ‘Institut Français’ binnen.  Het Institut is een onderdeel van de Franse ambassade en je komt er dan ook niet zomaar binnen.  Eerst door een detectiepoortje en vervolgens wil een vriendelijke meneer van de beveiliging mijn pasje en de inhoud van mijn tas zien.  Zijn collega schiet me te hulp en wijst me de weg naar het lokaal.  Hier ga ik de komende tijd vier ochtenden per week doorbrengen.  Stipt om 9 uur start de les.  De juf komt binnenlopen en begint vrolijk te ratelen in het Frans.  O lala, wat een tempo meteen!  Ik span me tot het uiterste in om haar te kunnen volgen.  Door de kernwoorden uit de zinnen te pikken kan ik redelijk volgen waar ze het over heeft.  Tenminste daar stel ik mezelf mee gerust.  Na tien minuten blijkt het dat een van de deelnemers in de verkeerde klas zit.  De juf besluit te controleren of er meer mensen zijn die wellicht van groep moeten wisselen.  En ja hoor… er zijn er meer... en ook ik ben er één van!  Tot mijn verbazing mag ik naar een groep met een niveau hoger.  O jee, als dat maar goed gaat.

Natuurlijk is ook deze groep inmiddels gestart.  De klas is door de juf in twee groepen verdeeld.  We mogen onszelf voorstellen aan elkaar.  De volgende opdracht is om de mensen van de andere groep te beschrijven en bij hen te bedenken wat ze zoal doen.  Zoals bijvoorbeeld de leeftijd, het beroep en hoe de persoon overkomt   Een leuke oefening om kennis met elkaar te maken.  De juf schrijft alle namen op het bord.  Een apart gevoel om zelf weer leerling te zijn en deel uit te maken van een klas met zestien andere mensen van verschillende leeftijden en nationaliteiten.  De meerderheid van mijn klasgenoten is overigens Tunesisch en tussen de 20 en 30 jaar.  Deze juf straalt iets meer rust uit dan de vorige, maar praat iets zachter en ook bij haar moet ik me erg inspannen om haar te kunnen volgen.  Ik  heb in mijn vorige blog geschreven dat het niveau van het lesboek me gerustgesteld heeft.  De juf zegt echter dat het boek iets te makkelijk voor ons is en dat ze daarom ook vaak van het boek zal afwijken en andere opdrachten aan ons gaat geven.  ´Mon dieu´.

Als ik ’s middags thuiskom koop ik een vers stokbrood voor de lunch in het winkeltje schuin onder ons appartement.  Ik besluit ook meteen een Franse krant te kopen om een beetje extra te kunnen oefenen.  Ik ben even in verwarring als ik maar 80 cent hoef af te rekenen en geef met een vragende blik 1 dinar.  Ik kan eigenlijk niet geloven dat een brood én een krant zo goedkoop zijn.  Ik zal me vast vergissen.  De vriendelijke jongen, die me vorige keer al de muntstukken heeft uitgelegd, knikt bevestigend.  Hij maakt vervolgens een grapje en tikt een heel hoog bedrag in op de kassa en zegt: ‘Je mag ook dit betalen als je wilt.’

Dinsdagmorgen sta ik op tijd langs de kant van onze straat om weer met de taxi naar les te gaan.  De taxichauffeur reageert vaag als ik hem vertel waar ik graag naar toe wil.  Het Institut ligt aan een grote Avenue in het centrum en deze moet haast bij de meeste taxichauffeurs bekend zijn.  Het is zoiets als wat de Prinsengracht voor Amsterdam is.  Hij neemt echter een weg die ik niet direct herken.  Ik weet dat taxichauffeurs soms verschillende routes nemen en ben nog niet echt ongerust.  Na een poosje merk ik dat het toch echt niet klopt en vraag hem er naar.  Hij antwoordt in het Arabisch en we komen er samen dus niet uit.  Zo veel is wel duidelijk.  Ik hoop nog dat hij het aan een collega vraagt of even belt.  Dat doen chauffeurs ook wel als ze er niet meer uitkomen, maar zo doortastend is hij helaas niet.  Ik besluit dat ik maar het best uit kan stappen om met een andere taxi verder te gaan.  Dat is nog niet meteen heel makkelijk omdat het spitsuur is en veel taxi’s bezet zijn.  Ga ik nu al de tweede dag te laat komen?  Toch raak ik niet in paniek.  Na wat zoeken vind ik een taxichauffeur die me wel wil brengen nadat hij me iets duidelijk wil maken dat ik niet begrijp omdat ik het Franse woord niet ken. Waarschijnlijk bedoelt hij dat ik net naar het moeilijkste plekje van de stad wil of zo. 

Ik kom net een paar minuten voor 9 binnen en ben blij dat ik het toch op tijd gehaald heb.  Een klasgenoot van begin twintig begroet me vriendelijk met ‘bonjour Caroline’ als ik het lokaal binnen stap.  Af en toe lijkt het cliché van de charmante Tunesiër wel te kloppen.  De les start en de tijd vliegt.  In de pauze kom ik de juf van gisterenmorgen tegen op de gang.  Ik begroet haar vriendelijk en ze vraagt hoe het gaat nu ik op het juiste niveau zit.  Haha, dit is hilarisch.

zondag 9 september 2012

Harissa


In Tunesië krijg je standaard bij veel gerechten een flinke dot harissa.  Dat is zoiets als sambal; gemaakt van rode pepers en erg pittig.  Een klein mespuntje harissa vind ik best lekker.  Ik merk dat dit in de ogen van Tunesiërs wel heel bescheiden is.  Van de week zag ik een jongen zijn broodje met harissa besmeren zoals we er in Nederland lekker dik pindakaas op zouden smeren.

Ik wil geen heel blog over harissa schrijven, maar het als metafoor gebruiken.  Ik vond afgelopen week wat je noemt een ‘pittige’ week.  Gek genoeg begon het al meteen op de eerste dag van de week: zondag.  Nu kan ik het sowieso bijna een traditie noemen dat ik zondagmorgen vaak ‘overvallen’ wordt door mijn emoties.  Op deze dag hoef ik niet meteen op te staan en dan lig ik in bed na te denken over van alles.  Dan krijgen verschillende emoties de kans om me bij mijn lurven te grijpen.  Corné heeft het ooit al een naam gegeven: ‘de zondagmorgenblues’.  De remedie is om op te staan en iets te gaan ondernemen.

Afgelopen zondag regende het en we besloten om niet, zoals we graag wilden, naar het strand te gaan.  Wel naar ‘La Luna’.  Dat is een hip café-restaurant iets verderop in de straat waar je kan internetten.  Onze internetverbinding thuis werkt niet en we wilden graag wat langer internetten dan we nu kunnen met het gebruik van een dongel.  Met twee laptops gingen we op pad.  Koffie besteld en de computers opgestart.  De ober bracht even later twee mooi versierde cappuccino’s en ik kreeg, net of hij iets aanvoelde, de cappuccino met ‘bon jour’ erop en een glimlachje.  

Om niet te veel uit te weiden en te diep op details in te willen gaan…Wat liep er dan niet lekker deze week?  Het leek erop dat ik iets te veel harissa op mijn bord had gekregen en ik grote moeite had met het wegwerken ervan.  Een onverwachte, maar flink gepeperde reactie op ons filmpje over chicha roken.  Eigenlijk was dit filmpje vooral luchtig bedoeld met een flinke dosis zelfspot erin…Alles wat we op ons blog en Facebook zetten is bedoeld om onze belevenissen hier te delen.  We zijn er trots op dat we zoveel nieuwe ervaringen opdoen en daarvan kunnen genieten.  Ik hou ervan om nieuwe dingen uit te proberen en mezelf onder te dompelen in een nieuwe omgeving.  Zo herinner ik me dat we het zo leuk vonden om ‘houdoe’ te zeggen in plaats van ‘dááág’ toen we van Rotterdam naar Oosterhout verhuisden.  Natuurlijk mag iedereen er het zijne van vinden van wat wij hier zoal uitspoken, maar hoe breng je dit aan ons over?  Zoals de Fransen zeggen: ‘c’est le ton qui fait la musique’.

Daarnaast zat ik al dagen op, voor mij, erg belangrijke berichten te wachten.  En die kwamen dus maar niet…  G-mail bleef steeds weer enthousiast aangeven: ‘hoera, je hebt alle berichten gelezen’. Grrr.  Het is soms zo lastig te verwerken als je ergens grip op wilt hebben en het lukt steeds niet.  Behoorlijk uit mijn comfortzone.  Ik vertelde Corné dat sommige mensen mij het gevoel geven dat ik net zo goed tegen een muur kan praten; dat dit voor mijn gevoel evenveel effect heeft.  Om mijn onmacht duidelijk te maken wil ik hem een demonstratie geven om zo mijn woorden kracht bij te zetten. Ik krijg ineens een ingeving als ik tegen de muur sta te praten.  ‘De joden hebben het nog niet zo gek bekeken met hun klaagmuur, ik snap hen helemaal!’  Daar moesten we zelf gelukkig wel weer erg om lachen.  God zij dank is er altijd nog humor.

Dinsdag had ik een test op het Institute Française om mijn niveau van de Franse taal te bepalen.  Ik weet dat we met z’n allen roepen dat nieuwkomers de taal moeten leren.  Natuurlijk wil ik graag vloeiend Frans spreken, vind ik het een mooie en interessante taal en doe ik mijn best…maar een peulenschilletje is het niet voor mij.  Tuurlijk moet het Institute uit een hele grote groep mensen met allerlei verschillende beginsituaties met behulp van één test bepalen naar welke klas ze gaan.  Ik begrijp dat wel, maar op dat moment zei mijn gevoel me iets anders dan mijn verstand.  Ik kreeg een test van vijf bladzijden voor mijn neus.  In een half uur mocht ik mijn mening in het Frans neerschrijven over verschillende maatschappelijke kwesties, teksten verklaren en meerkeuze vragen invullen over allerlei grammaticale kwesties.  Ik moest echt iets wegslikken en mezelf dwingen om die deur niet gewoon weer doodleuk uit te lopen…  Het had van mij wel wat adaptiever gemogen…maar ja, mensen uit het onderwijs zijn eigenwijs en schijnen het vaak beter te weten.  Tot slot een gesprekje met de juf wat naar mijn gevoel al hélemaal nergens op sloeg.  Ik voelde me klein en als door een mangel gehaald.  Uiteindelijk toch met een redelijk opgelucht gevoel weggegaan omdat ik aan m’n lesboek zag dat ik deze leerstof waarschijnlijk wel zou kunnen behappen.  Maandag ga ik met frisse moed aan de slag.

Donderdag en vrijdag heel de dag thuis moeten wachten op de reparateur van Tunisie Telecom, die helaas nog steeds niet is komen opdagen.  Het gaf me de tijd om na te denken en te dealen met m’n nieuw verworven inzichten.  Veranderingen doen soms pijn, maar uiteindelijk maken ze wel veel helder.  Er is me het één en ander duidelijk geworden en mijn blik is weer scherper.

Zaterdag ben ik erg opgewekt wakker geworden nadat ik die nacht een droom heb gehad die zo oppeppend was, dat ik voelde dat deze dag niet meer stuk zou kunnen.  En inderdaad is het een heerlijke dag op het strand geworden.  Zon, zee, precies het goede boek dat ik nu nodig heb en een zeewindje dat al mijn beslommeringen wegblaast.  Ik voel me nu weer opvallend mild gestemd.

zondag 2 september 2012

Hoge Sferen

Het openbare leven hier in Tunis begint langzaam maar zeker weer een beetje op gang te komen.  De zomer loopt op z’n laatste benen, de regen spoelt het stof van de straten en komende week gaan de scholen weer open.  Maar het einde van de zomer van 2012 stond toch vooral in het teken van het einde van de Ramadan.  Het was geen makkelijke tijd, de zomer van 2012.  Vooral voor gelovige moslims dan, die bij temperaturen van tegen de veertig graden overdag niet mochten eten of drinken.  Voor onszelf was het niet meer dan een beetje aanpassen aan een ander ritme en niet altijd makkelijk te bevatten hoe diep het geloof van een moslim gaat.  Ook minder gelovige moslims doen mee aan de Ramadan, maar doen ze dat dan uit overtuiging, uit trots of gewoon vanwege de sociale druk?  De overheid zorgt er in ieder geval voor dat er alle ruimte is om het geloof in Allah te betuigen.  Natuurlijk mag je overdag eten en drinken als je daar zelf voor kiest, maar in cafés en hotels mag dat dan alleen achter gesloten gordijnen.  En de bier- en wijnkelders die je hier in een paar grote supermarkten kunt vinden waren tijdens de Ramadan verboden terrein. 
Gisteren zijn we naar de Géant geweest om onze voorraad weer aan te vullen met een pakketje bier en een paar flesjes wijn.  Tunesische wijn.  Een erfenis van het Franse koloniale verleden.  Het Tunesische klimaat leent zich uitstekend voor een rijke druivenoogst.  De rode Magon is misschien wel het meest populair.   Voor de echte kenners hebben we het nog even opgezocht.  De druiven die ze voor de Magon gebruiken zijn de Carignan, Cabernet-Sauvignon, en Syrah.  Goeie druiven of niet, we laten het ons goed smaken.  Na de introductie van wijn door de Fransen hebben Tunesische producenten het heft in eigen hand genomen.  De wijnvelden liggen hier om de hoek, praktisch in onze achtertuin.  Goed bezig.
Beetje bij beetje beginnen we onszelf thuis te voelen hier in Tunesië.  We dompelen langzaam maar zeker steeds een beetje verder onder in het Tunesische leven.  Gisteravond zijn we op onze ontdekkingsreis naar een salon de thé verderop in de straat gegaan voor een bakje espresso met een chicha, een Tunesische waterpijp.  Dit wilden we graag eens proberen.  Lekker hangend in een comfortabel stoeltje vult de zoete geur van appeltjes het terras.   Alleen al van het zachte geborrel van het water wordt je rustig.  
Tevreden vallen we ’s avonds in slaap in ons hemelbed op weg naar hogere sferen.