Nu de temperaturen overdag weer een beetje dragelijk zijn
hier in Tunesië, en we in het weekend niet direct naar het strand hoeven om
verkoeling te zoeken, kunnen we lekker op pad om de rest van Tunesië te gaan
verkennen. Genoeg te beleven, maar
zonder auto voor de deur zijn we nog even beperkt in onze mogelijkheden. Afgelopen zaterdag zijn we naar Bizerte
gegaan. Aan de noordkust, een kilometer
of 60 boven Tunis. Bizerte is prima met
het openbaar vervoer te bereiken. Een
paar keer per dag gaat er een trein en bus, en de hele dag door louages, kleine
personenbusjes die dienst doen als deeltaxi en vertrekken zodra ze vol zijn. In één keer brengen ze je naar je
eindbestemming.
Tunis heeft twee grote busstations waar ook de louages
vertrekken. Met de taxi gaan we naar het
Gare Routière Nord. Het is er een
lekkere chaos, maar één keer vragen is genoeg om de juiste louage te
vinden. En we weten meteen ook hoe we
Bizerte in het Arabisch uit moeten spreken.
Binnen 5 minuten zijn we op weg, maar het duurt nog een half uur voor we
Tunis uit zijn. Daarna, als we op de
tolweg gekomen zijn naar het noorden, gaat het snel. Het landschap is kaal, na een lange, hete zomer,
maar straks staat het hier vol met graan.
Een paar kilometer voor Bizerte verandert het en doemt een groot
pijnboombos op aan onze rechterkant.
Vlak daarachter de Méditerranee.
De louage brengt ons tot net voor Bizerte. Het is nog een kilometertje wandelen naar het
centrum net voorbij het kanaal wat de Middelandse Zee verbindt met een groot
meer, waar het in het voor- en najaar zwart ziet van de trekvogels. Daar gaan we zeker nog eens kijken, maar deze
keer gaan we naar de stad.
We hebben geluk, want het is marktdag. De groenten en het fruit zien er lekker
uit. De kruiden ruiken heerlijk. Jammer dat het achter de kraampjes zo’n
vreselijke bende is. Toch heeft Caroline
nog moeite om een plekkie te vinden om zich te kunnen ontdoen van haar
uitgekauwde kauwgum. Zo’n typisch Nederlandse
gewoonte om je afval in een afvalbak te willen gooien, die we waarschijnlijk
wel af zullen gaan leren.
Bizerte staat bekend om z’n mooie oude haven die dateert uit
de tijd van de Foeniciërs. Het is er
rustig vandaag. De schilderachtige vissersbootjes
dobberen langs de kade. Tegen de avond
zullen ze wel weer uitvaren. We genieten
van een lekker bakkie koffie bij één van de cafeetjes langs de haven. Daarna bekijken we de Kasbah, de oude
ommuurde stad. Stille, smalle straatjes. Kinderen spelen voor de kleine moskee op
straat. Een vrouw die net de deur open
doet schrikt als ze ons ziet en trekt snel een gordijn voor haar gezicht.
We wandelen verder naar het strand van Bizerte. Ook hier is het rustig al komt dat misschien
ook doordat het tamelijk hard waait en het strand vol ligt met uitgedroogd
zeewier. Geen ideale omstandigheden voor
een dagje strand, maar lekker om even uit te waaien. Even verderop staan een paar hotels langs de
boulevard, waar we heen gaan voor een lunch.
Een Tunesische salade Mechouia en een schotel gegrilde inktvis. Lekker.
Terug in het centrum van het stadje lopen we nog even over
de markt. Er wordt veel oude meuk
verkocht, maar ook heerlijke kruiden en kleding. Caroline duikt nog een paar boetiekjes in en
koopt voor een prikkie wat traditionele kleding voor in huis.
Wanneer we terug wandelen richting busstation komen we voor een open brug te staan. Het is even onduidelijk waarom. Een eind verderop zien we dat een schip de haven binnen wordt gesleept, maar dat gaat nog wel een half uur duren voor die bij de brug komt. Gelukkig is er nog van alles te beleven. Aan de andere kant van de brug proberen havenlui een containerschip te laden, maar dat gaat op z’n zachtst gezegd niet erg handig. Het is te hopen dat de inhoud van de containers goed verzekerd is. Caroline kan het gezwiep van de containers vlak boven de hoofden van die havenlui trouwens al snel niet meer aanzien. Wanneer een half uur later het schip eindelijk de brug voorbij geloodst is worden we getrakteerd op de uitlaatgassen van een hoop ongeduldige brommertjes die kennelijk allemaal als eerste aan de overkant willen zijn. Terug bij het busstation staan de louages al weer op ons te wachten. Binnen no-time zijn we terug in Tunis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten