zondag 14 april 2013

Desperate Housewives


De afgelopen weken hebben we volop kunnen genieten van familiebezoek.  Eerst onze ouders en daarna mijn oudste broer Gerard met zijn vrouw Farahnaz en hun dochter Nobahar.  We hebben, samen met hen, hier weer allerlei nieuwe plekken ontdekt.  Wat is Tunesië toch mooi en verrassend veelzijdig!  Voor iedereen wat wils.  Het valt ons op dat er plekken zijn die nog niet echt ontdekt zijn door de toeristen, maar zeker de moeite waard zijn om te bezoeken.  Zo hebben we twee nachten geslapen in een ecologische boerderij in Zaighouan en hebben we daar gewandeld door een prachtige groene omgeving.  Ook hebben we verschillende archeologische sites uit de Punische en Romeinse tijd bezocht.  Vooral het indrukwekkende Oudna, hier niet meer dan 40 kilometer vandaan, wordt nog maar weinig bezocht. 



Voor Nobahar was het absolute hoogtepunt dat we samen met een dolfijn hebben gezwommen.  Best een beetje spannend vond ik zelf, maar onder goede begeleiding van een aardige trainer. 

 



En verder was het bezoek aan de tassenfabriek met Farahnaz een geslaagd uitje.  Voor een prikje kun je daar showmodellen van bekende merken kopen.  En van een goeie kwaliteit.  Ben erg blij dat ik zelf een eigen inkomen heb uit de bijlessen die ik hier geef.  Het was fijn om bij elkaar te zijn en om ook gewoon ’s avonds familietradities hoog te houden met een gezellig potje eenendertigen.



Het is leuk om met trots te kunnen laten zien waar we wonen en wat we hier zoal doen.  We wonen hier erg graag.  Steeds als ik het uitzicht bij ons huis zie word ik blij dat we deze stap gemaakt hebben.  Bijzonder dat we dit meemaken.  Ik droom trouwens nog regelmatig over mijn ‘vorige’ leven als juffrouw op ‘De Biezenhof.’  En dat verbaast me dan toch weer wel.  M’n werk in Nederland was kennelijk nog veel belangrijker voor me dan ik had verwacht.  Mijn vader droomt trouwens na meer dan tien jaar ook nog regelmatig over zijn werk.  Het zal dus ook wel in de genen zitten.

Het nieuwe leven houdt in dat vanzelfsprekende dingen niet altijd meer zo vanzelfsprekend zijn.  Naar de kapper gaan bijvoorbeeld.  Ik gaf me altijd volledig over aan de kapster, omdat ik bedenk dat zij diegene is die verstand van zaken heeft.  Dus hoefde ik ook niet uit te leggen in het Frans wat ik nu precies wilde.  Maar de allereerste keer hier was toch niet goed bevallen.  Dat was nog in Ennasr.  De kapster knipte mijn haar op een manier waarvan ik meteen al zag dat het mis ging.  Thuis gekomen voelde ik me net Beatrix met mijn bol geföhnde haar.  Mijn haar bleek overigens nogal scheef te zijn geknipt en Corné ging met de schaar aan de slag om enigszins de schade te herstellen.  Ook was de kraag van mijn jasje verpest door het chloor wat blijkbaar was gebruikt om de wasbak schoon te maken.

Hier in La Marsa hebben we in de straat dé kapsalon waar de meeste expats die ik ken naar toe gaan.  Bel’Hair.  De naam doet denken aan Bel Air.  De rijke sjieke buurt van Los Angeles waar de sterren wonen.  Ik liep er een keer langs voor een afspraak.  ‘Wat is dat eigenlijk in het Frans?’ bedacht ik nog aan de late kant, toen ik al voor de deur stond.  Het bleek een ‘rendez-vous’ te zijn.  Als Nederlander vind ik dit grappig klinken, want wij gebruiken dat woord voor een ander soort afspraakje.  Dat bracht meteen voorpret.

Eigenaresse Nora van deze hippe zaak is een aardige vrouw en zij knipt alle klanten zelf.  Haar assistentes doen de andere klusjes zoals verven, haren wassen en pedicure.  Er is ook een meisje in dienst die het syndroom van down heeft.  Layla.  Ik schat haar een jaar of 18 en ze zorgt voor koffie, het verwisselen van de cd’s en het wegvegen van de haren.  Ik ben inmiddels twee keer geweest.  Ik voel me blij dat er weer iets aan mijn haar wordt gedaan, maar ik ben toch nog niet helemaal op mijn gemak, merk ik wel.  Het komt vast doordat ik me omringd voel door sjieke expat-vrouwen die hier komen voor hun kapsels, manicure, pedicure en andere behandelingen waarvan ik het bestaan nog niet ken .  Sommige vrouwen lijken inderdaad te denken het leven te leiden van een ster.  Mooi huis met zwembad en geld zat.  Hulp in de huishouding en een privéchauffeur.  Ze mopperen als de hulp een dagje niet kan en ze dus zelf aan de slag moeten.  Toch hebben ze het druk met van alles.  

Victoria, mijn Amerikaanse klasgenote, maakt er altijd grapjes over.  Ze vraagt dan hoe het gaat met de ‘real housewives’, refererend aan de tv-serie ‘Desperate housewives’.  Nou ja, het is misschien inderdaad wel te vergelijken met deze serie of de Nederlandse variant ‘Gooische vrouwen’.

Zelf voel ik me absoluut niet desperate.  Voor mijzelf is het leven hier nog allesbehalve saai en voorspelbaar.  Van de week toen ik groenten aan het kopen was op de markt, kwam ik Geraldine tegen.  Ze vertelde dat ze toevallig net Olga had gesproken.  Ik ken Olga nog niet, maar Geraldine zei dat ze hier al jaren woont en uit Bergen op Zoom komt.  Olga wil heel graag een keer afspreken.  Gisteren belde ze inderdaad op.  Ze klonk als een gezellige tante.  Van de week ga ik bij haar op de koffie.  Ik ben natuurlijk heel benieuwd.  Vreemd is dat toch eigenlijk?  Bij een, nu nog, wildvreemde op de koffie gaan, omdat je toevallig allebei uit Bergen op Zoom komt?  Ik vind het eigenlijk erg leuk!  ’s Avonds vertelde ik het aan Annie, Corné’s moeder, toen we op de Skype waren.  Ze stelde me meteen gerust door te zeggen dat ze het heel normaal vindt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten