zaterdag 31 maart 2012

Tien dagen in Marokko

Mijn eerste dienstreis voor Novib naar Marokko zit er bijna op.  Ben hier zo’n 10 dagen geweest om kennis te maken met de door ons gefinancierde organisaties.  Altijd spannend zo’n eerste kennismaking, zeker wanneer je de taal nog niet helemaal beheerst.  Maar het is gelukkig goed gegaan.  Ik kan met een tevreden gevoel terug kijken op een geslaagde missie.
Na een vermoeiende reis naar het Zuidoosten van Marokko vorig weekend ben ik afgelopen week hier in Rabat gebleven, afgezien van een uitstapje naar Casablanca afgelopen donderdag.  Rabat is nauwelijks te vergelijken met Tunis.  Bijna alles oogt hier veel relaxter, wat er wellicht mee te maken heeft dat Rabat echt een administratief centrum is.  Het Den Haag van Marokko.  Het parlement ligt hier om de hoek van het hotel aan de brede Avenue Mohammed V. 
Lang niet zo zwaar bewaakt als in Tunis, hoewel er bijna dagelijks gedemonstreerd wordt.  De afgelopen week is dat allemaal heel vreedzaam verlopen, maar dat is helaas niet altijd het geval.  Het schijnt dat de autoriteiten hier nog wel eens met de wapenstok willen zwaaien.  En dat zou dan op redelijk willekeurige basis zijn ook.  Nog genoeg werk aan de winkel in ieder geval voor de organisaties die we hier steunen.

Voor één organisatie ben ik afgelopen vrijdag, samen met een collega, een dagje op en neer naar Casablanca geweest.  Met de trein ben je daar binnen een uur.  Afgezien van de enorme Hassan II moskee biedt Casablanca weinig bezienswaardigheden, dus na de wekelijkse couscous op vrijdag zijn we weer gauw terug naar Rabat gegaan.
Vandaag, zaterdag, heb ik aangegrepen om wat meer van de stad te zien.  Caroline was hier ook, zo’n 16, 17 jaar geleden samen met haar vriendin Edith.  Na een bezoek aan het Mausoleum van Mohammed V en de tour Hassan ben ik op zoek gegaan naar het plekje bij het water wat Caroline zo mooi vond.  En na een beetje zoeken heb ik het gevonden.  Een idyllisch plekje bij de stadsmuur van de oude Kasba.  Ik heb me tussen een paar tortelende stelletjes door moeten wringen om ook te kunnen genieten van het prachtige uitzicht op de monding van de Bou Regreg- rivier in de Atlantische Oceaan.

Morgen weer terug naar Tunis.  Inmiddels hebben we daar ons nieuwe kantoor betrokken.  Opnieuw een belangrijke stap vooruit.  Tot de volgende keer.

zaterdag 24 maart 2012

Dwars door de Hoge Atlas

Bijna alle organisaties die we in Marokko steunen zitten in Rabat of in Casablanca.  Eentje zit een eind verder weg.  In Errachidia om precies te zijn, in het Zuidoosten van Marokko.  Ben er gisteren met de bus heen gereisd.  Een dollemansrit dwars door de Hoge Atlas.  Vanuit Rabat ben je daar ongeveer 9 uur zoet mee.  Gelukkig had de busmaatschappij gezorgd voor een dubbele bezetting aan boord zodat er niet al te veel tijd verloren hoefde te gaan met pauzeren.  De achterbank van de bus was verdwenen en had plaatsgemaakt voor een dun matrasje zodat de chauffeurs na elke shift weer even op adem konden komen.
Na een aanloop over een goed onderhouden snelweg richting Meknes begint de route door de Hoge Atlas.  Een spectaculaire route, waarbij af en toe een wintersportdorp wordt aangedaan.  Ifrane bijvoorbeeld, gebouwd naar voorbeeld van een Zwitsers bergdorp.  De meeste sneeuw is inmiddels verdwenen en daarmee ook de meeste toeristen.  De begroeiing is schaars en wordt naarmate we zuidelijker komen steeds dunner.  De route voert verder over prachtige bergpassen afgewisseld met immense, kale hoogvlaktes.  Woest, ruig, onherbergzaam.  Helemaal niets, afgewisseld met een enkele struik.   De aarde is grijs.  De leegtes grijpen me naar de keel.  Bij het passeren van wat kleine dorpjes valt me ook de grauwheid op op de gezichten van de mensen .  Het leven is zwaar hier.  Tijdens de koloniale periode spraken de Fransen van een regio “utile”, het kustgebied en een regio “inutile”.  En daar ben ik nu beland.
Tegen drie uur zie ik links van de weg een steen met daarop 256 kilometer naar Errachidia.  Op dat moment rijden we net tergend langzaam weer een nieuwe bergpas op.  Vlak achter een te zwaar beladen vrachtwagen.  Dat kan nog wel even gaan duren zo.  Gelukkig slingert de chauffeur van onze bus zich snel langs het langzame verkeer en zit de snelheid er weer snel in.  Ook bergop.  De personenauto voor ons moet haast maken.  We zitten bovenop z’n achterbumper.
Zo’n 50 kilometer voor de meet valt me de begroeiing in de dalen op.  Palmen.  Het klimaat begint te veranderen.  We komen langzaam maar zeker dichter bij de woestijn.  Ook de huizen zijn anders.  Niet meer van steen, maar van leem.  Of is het klei?  Terwijl het begint te schemeren begint het ook wat te regenen.  Met nog 30 kilometer te gaan klimt de bus tergend langzaam de laatste pas op.  De afdaling gaat opvallend voorzichtig.  Ik vermoed dat de weg door de regen glad is geworden en dat de chauffeur serieus bezorgd is om z’n passagiers.   Iets na zevenen kom ik in Errachidia aan, waar ik al wordt opgewacht en naar m’n hotel wordt gebracht.  Voor toeristen een uitvalsbasis voor een excursie naar de woestijn.  Dat bewaar ik nog even voor later.

zaterdag 17 maart 2012

Boetseren

Ben vorig weekend op boetseren gegaan.  Dat zou een leuke bezigheid kunnen zijn voor je vrije zondag, maar niet voor mij.  Ik ga liever een stukje fietsen.  Nadat eind vorige week m’n spullen hier afgeleverd waren keek ik er naar uit om eindelijk de benen te kunnen strekken.  Nou was het weer niet al te best geweest.  Behoorlijk wat regen, maar gelukkig zou volgens de lokale Meryem de Hond het weer op zondag opklaren.  Dat duurde nog wel even, maar direct nadat de laatste regenbui overgetrokken was ben ik op de bike gestapt om te gaan fietsen in het park Ennahli.  Dat park grenst direct aan de wijk waar ik woon, dus geen gedoe met verkeer.  Bij het inrijden van het park alleen wat last van intimiderend grommende en blaffende honden.  En van slechte benen.  Niet vreemd, want het was al weer een poos geleden dat ik voor het laatst of de fiets had gezeten.  Het pad loopt meteen wat omhoog en ik merk dat m’n achterwiel begint te slippen.  Na twee honderd meter sta ik hijgend naast m'n fiets.  Pwoe, zo zwaar had ik niet verwacht.  Ik stap weer op, maar niet veel verder is het gedaan.  Ik kom geen centimeter meer vooruit.  Klei!  
M'n hele fiets zit vol met klei.  Alles zit muurvast.  Als ik m'n voet van de grond probeer te tillen neem ik direct een kilo klei mee.  Ik zoek langs de kant van het pad een tak om de ergste brokken tussen m’n frame en m’n wielen uit te porren, maar dat valt niet mee.  Als er weer wat beweging in m’n wielen zit loop ik met de fiets aan de hand een stukje terug, maar ook dat wordt niks.  Na nog geen twintig meter zitten m’n wielen al weer vast.  Ik ga weer aan de slag, maar begin inmiddels wat moedeloos te raken.  Hoe kom ik in Allah’s naam weer terug beneden?  Een toevallig passerende herder ziet de vertwijfeling op m’n gezicht, maar lijkt niet eens verbaasd.  Het lijkt wel of ie dit vaker heeft meegemaakt.  Hij aarzelt geen moment en  steekt me een helpende hand toe om met wat takken de grootste hompen tussen m'n wielen uit te krijgen.  Zo kan ik weer een stukje verder.  Zijn advies: dezelfde weg terug.  Ik heb dan gelukkig het ergste achter de rug, maar onderweg moet ik toch nog een paar keer aan de slag.  Terug in m'n appartement ben ik twee uur bezig geweest om m'n bike weer klei-vrij te krijgen. Kilo's komen er van af.   M’n balkon ziet er niet meer uit.  
Vandaag een nieuwe poging ondernomen.  Sinds vorige week zondag is het gelukkig droog gebleven, dus hoop dat de boel inmiddels voldoende opgedroogd is.  Nu moet ik vooral ook nog even wennen aan de warmte.  In Tunesië hebben we de lente over geslagen.  Sinds gisteren zijn de temperaturen zomers.  Voor het inrijden van het park nog wel even de troep honden van een afstandje gepeild.   Het gaat er niet vriendelijk aan toe, maar ze lijken vandaag vooral oog voor elkaar te hebben.  Stapvoets rij ik er langs en ze laten me gelukkig m’n gang gaan.  En de klei, die blijkt opgedroogd. 
Onderweg  speur ik de omgeving af op zoek naar mogelijke routes en stop ik af en toe om een foto te maken.
Ik kan deze keer helemaal door tot boven en kom zo aan de achterkant van de heuvel uit.  Ik daal langs de andere kant af en kom via een ommetje weer terug de stad in. 

Moet nog wel een stukje over een drukke weg.  Verre van ideaal, maar het is gelukkig niet lang.  Bij het oversteken van een drukke rotonde merk ik zelfs dat automobilisten rekening met me houden en me voorrang verlenen.  Al met al een geslaagde parcours-verkenning vandaag.  Morgen probeer ik langs een andere kant de heuvel op te fietsen.  Want boetseren op zondag, dat is niet echt mijn ding.

zaterdag 10 maart 2012

De dédouanement

Twee maanden geleden stond in Bergen op Zoom de verhuizer voor de deur.  Twintig dozen plus twee fietsen stonden klaar voor vertrek naar Tunis.  Volgens de verhuizer zou het transport er zo’n drie weken over doen om in Tunis aan te komen.  Voor zover geen zorgen.  Wel over het inklaren van alle spullen.  Bij een eerder bezoek had onze contactpersoon in Tunis er al voor gewaarschuwd dat dat wel twee tot drie maanden in beslag zou kunnen nemen.  Nu, twee maanden verder is alles in m’n appartement afgeleverd.  En dat nadat eind vorige week de Filipe hier binnengelopen is in de haven van Rades.  Een dikke plus voor het verhuisbedrijf hier in Tunis.
Al een paar weken geleden nam het Tunesische verhuisbedrijf contact op om het nodige papierwerk voor de inklaring voor te bereiden met een uitnodiging daarbij om toch beslist alvast langs te komen op hun kantoor.  Goed bedoeld, maar omdat op dat moment m’n verblijfsvergunning nog niet rond was en omdat Rades nog best wel een eindje weg is, leek me dat verspilde moeite.  Dat bezoekje aan hun kantoor bleek achteraf ook helemaal niet nodig.  Nadat ik voor de volledigheid een paar documenten naar het verhuisbedrijf had gestuurd kreeg ik eind vorige week een telefoontje dat het transport in de haven van Rades was gearriveerd.  Het zou nog wel een paar dagen duren voor het schip gelost zou worden omdat het havenpersoneel in staking was, maar de berichten leken er toch op te wijzen dat de inklaring niet lang op zich zou laten wachten. 
Dinsdag kreeg ik inderdaad het verlossende telefoontje: het transport was gelost en ik mocht de volgende dag al langs komen voor de inklaring.  Het verhuisbedrijf was kennelijk achter de schermen druk bezig geweest om met een minimum aan documenten de inklaring rond te krijgen.  Niks geen twee of drie maanden.  Gewoon de andere dag al.
Uiteindelijk ben ik donderdag naar Rades gegaan.  Helemaal aan de andere kant van de stad.  Ik had er ruim de tijd voor genomen en dat bleek maar goed, want de taxi-chauffeur kon het adres van de eerste afspraak niet vinden.  Die eerste afspraak was bij de transporteur op een grijs en modderig bedrijfsterrein.  Om nog wat aan de sfeer toe te voegen was het inmiddels gaan regen, en hard ook.  De straat voor het kantoor van de transporteur stond binnen de kortste tijd helemaal blank.  Nadat de vertegenwoordigster van het verhuisbedrijf bij de transporteur een eerste formulier met stempel had opgehaald mocht ik ter plekke even wachten op de volgende ronde.  Dat scheelde me een paar natte voeten.  Daarna, een half uurtje later inmiddels was het op naar de volgende afspraak bij de douane aan de haven.  Onderweg kwamen we nog een kudde schapen tegen, midden op het bedrijfsterrein.  Je vraagt je af wat die beesten daar doen, maar als het de bedoeling is dat ze het gras op het bedrijfsterrein kort houden, dan zijn ze daarin verdomd goed geslaagd. 
In het douanekantoor was het een drukte van jewelste, maar gelukkig niet bij het kantoor van de chef van de afdeling particulieren.  Een allervriendelijkste man van wie we een handtekening met stempel kregen op het formulier van de transporteur.  De inklaring had wat hem betreft groen licht.  Inmiddels was het ook opgehouden met regenen. 
Met het groen licht was het vervolgens weer terug naar de transporteur.  Daar bleek, naast het magazijn, ook de inspecteur van de douane kantoor te houden.  In tegenstelling tot de chef een nogal nors type.  In het magazijn van de transporteur stond de kist met m’n spullen te wachten.  Eromheen een stuk of wat medewerkers die eindelijk de handen uit de mouwen konden steken.  Het bleek nog een hele klus om het deksel van de kist los te wrikken.  De verhuizer in Bergen op Zoom had de zaak hermetisch dichtgetimmerd. 
Ik had het openen van de kist graag op de foto gezet, maar jammer genoeg bleek de inspecteur van de douane niet gediend van enige media-aandacht.  Nadat het deksel van de kist af was stortten de medewerkers zich op de inhoud om de inspecteur z’n werkje te kunnen laten doen.  Het leek of ook zij al twee maanden naar dit heugelijke moment hadden uitgekeken.  Met een ogenschijnlijk kritische blik bestudeerde de inspecteur de inhoud van de dozen.  Voor de fietsen weinig aandacht.  Wel daarentegen voor de door Caroline ingepakte boeken.  Daar deed de inspecteur toch opvallend lang over.  Uiteindelijk met wat gegrom en met een strenge blik ging uiteindelijk ook de inspecteur akkoord.
Inmiddels liep de klok al tegen twaalven.  Bijna lunchtijd en nog maar even om met de handtekening van de inspecteur weer terug naar de chef van de douane te gaan.  Gelukkig nog net op tijd daar om de definitieve goedkeuring in de wacht te slepen.  Wie had kunnen bedenken dat het zo snel zou gaan? 
En of dat nog niet genoeg was zijn m’n spullen de volgende dag al afgeleverd. 
Dit weekend begin ik met uitpakken en inmiddels heb ik m’n eerste ritje op m’n fiets er op zitten.  Heerlijk!

zondag 4 maart 2012

Géant

Toen Caroline en ik hier in augustus waren om Tunis te verkennen werd snel duidelijk dat het met het voorzieningenniveau hier goed gesteld is.  Er zijn volop winkels te vinden en de schappen zijn goed gevuld.  Bij mij zit de dichtstbijzijnde kruidenier direct naast het appartementencomplex en aan de overkant van de straat zit dan ook nog een groentenman waar ik m’n dagelijkse portie vitaminen kan halen.  

De kruidenier op de hoek heeft nog niet het loodje hoeven leggen door de macht van de grote supermarkten.  Die zijn er hier ook volop.  Op verschillende plekken in de stad kom je winkels tegen van Monoprix en van Carrefour.  Allebei Frans.  Bij de Carrefour kom ik zelfs producten tegen met een etiket waar ook productinformatie in het Nederlands, of misschien wel Vlaams, op staat. 
Maar ook in Tunesië kunnen ze er  niet snel genoeg van krijgen.  Een kilometer of vijf buiten de stad ligt Tunis City.  Een groot winkelcomplex met een hoop kledingwinkels, een foodcourt en een Géant, de hypermarché van Carrefour.  Het hele complex is nog maar net heropend nadat het begin vorig jaar aan het eind van de revolutie geplunderd en in de hens gestoken was.  De Géant is een supermarkt en warenhuis in één.  Vorige week ben ik er onder andere met een stofzuiger en een brood naar buiten gelopen.  Maar je kunt er bijvoorbeeld ook gewoon verse vis krijgen of spruitjes in blik.  De Géant is verder één van de weinige plekken in de stad waar alcohol verkocht wordt.  Tunesiërs proppen er hun karren vol met wijn, bier en sterke drank.  De meeste schapruimte is echter ingeruimd voor de specialiteiten van Tunesië: olijfolie en tonijn.  Tonijn in een ovaal blikje, tonijn in een rond blikje, tonijn in water, tonijn in olie, tonijn zus, tonijn zo.  Een gangpad vol.  En met de olijfolie net zo.  Olijfolie in een ronde fles, olijfolie in een vierkante fles, groot en klein, oud of jong, wat je maar wil.
Het is een gigantische zaak.  De dames en heren achter de kassa’s worden geholpen door service-medewerkers die op skates de winkel doorvliegen.  Jongelui die zich handig een weg manoeuvreren tussen de winkelende massa.  En da’s een hele kunst, want Tunesiërs hebben niet erg de neiging om opzij te gaan.  Net als in het verkeer op straat trouwens .  Meer daarover in een volgende blog.