zaterdag 24 maart 2012

Dwars door de Hoge Atlas

Bijna alle organisaties die we in Marokko steunen zitten in Rabat of in Casablanca.  Eentje zit een eind verder weg.  In Errachidia om precies te zijn, in het Zuidoosten van Marokko.  Ben er gisteren met de bus heen gereisd.  Een dollemansrit dwars door de Hoge Atlas.  Vanuit Rabat ben je daar ongeveer 9 uur zoet mee.  Gelukkig had de busmaatschappij gezorgd voor een dubbele bezetting aan boord zodat er niet al te veel tijd verloren hoefde te gaan met pauzeren.  De achterbank van de bus was verdwenen en had plaatsgemaakt voor een dun matrasje zodat de chauffeurs na elke shift weer even op adem konden komen.
Na een aanloop over een goed onderhouden snelweg richting Meknes begint de route door de Hoge Atlas.  Een spectaculaire route, waarbij af en toe een wintersportdorp wordt aangedaan.  Ifrane bijvoorbeeld, gebouwd naar voorbeeld van een Zwitsers bergdorp.  De meeste sneeuw is inmiddels verdwenen en daarmee ook de meeste toeristen.  De begroeiing is schaars en wordt naarmate we zuidelijker komen steeds dunner.  De route voert verder over prachtige bergpassen afgewisseld met immense, kale hoogvlaktes.  Woest, ruig, onherbergzaam.  Helemaal niets, afgewisseld met een enkele struik.   De aarde is grijs.  De leegtes grijpen me naar de keel.  Bij het passeren van wat kleine dorpjes valt me ook de grauwheid op op de gezichten van de mensen .  Het leven is zwaar hier.  Tijdens de koloniale periode spraken de Fransen van een regio “utile”, het kustgebied en een regio “inutile”.  En daar ben ik nu beland.
Tegen drie uur zie ik links van de weg een steen met daarop 256 kilometer naar Errachidia.  Op dat moment rijden we net tergend langzaam weer een nieuwe bergpas op.  Vlak achter een te zwaar beladen vrachtwagen.  Dat kan nog wel even gaan duren zo.  Gelukkig slingert de chauffeur van onze bus zich snel langs het langzame verkeer en zit de snelheid er weer snel in.  Ook bergop.  De personenauto voor ons moet haast maken.  We zitten bovenop z’n achterbumper.
Zo’n 50 kilometer voor de meet valt me de begroeiing in de dalen op.  Palmen.  Het klimaat begint te veranderen.  We komen langzaam maar zeker dichter bij de woestijn.  Ook de huizen zijn anders.  Niet meer van steen, maar van leem.  Of is het klei?  Terwijl het begint te schemeren begint het ook wat te regenen.  Met nog 30 kilometer te gaan klimt de bus tergend langzaam de laatste pas op.  De afdaling gaat opvallend voorzichtig.  Ik vermoed dat de weg door de regen glad is geworden en dat de chauffeur serieus bezorgd is om z’n passagiers.   Iets na zevenen kom ik in Errachidia aan, waar ik al wordt opgewacht en naar m’n hotel wordt gebracht.  Voor toeristen een uitvalsbasis voor een excursie naar de woestijn.  Dat bewaar ik nog even voor later.

2 opmerkingen:

  1. ja, wacht maar even met het naar de woestijn gaan...dan ga ik met je mee!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ciao Corne,

    dat zijn toch mooie avonturen en reizen die je meemaakt. Ik blijf je volgen. Geniet en succes!
    Hartelijke groet uit lente-achtig Utrecht,
    Luigi

    BeantwoordenVerwijderen