maandag 15 oktober 2012

In de armen van Tanit


Terwijl de boerenkool in Nederland op tafel staat te dampen schijnt hier in Tunis nog een lekker warm zonnetje.  Het is een graad of 30.  Prima weer om er een weekendje op uit te trekken.  Vlak onder Tunis begint het schiereiland Cap Bon.  Een heuvelachtig landbouwgebied waar heerlijke olijven en wijn vandaan komen.  Maar ook citrusvruchten, vuurrode pepers en tomaten.  En een gebied met verschillende bezienswaardigheden langs de kust.  Een veelbelovend vooruitzicht.  We huren een auto voor een paar dagen bij een bedrijfje in La Marsa.  Ze kennen Oxfam daar inmiddels en zijn best bereid om een mooi prijsje te maken.  Voor 150 dinar, zo’n 75 euro, krijgen we een auto mee voor drie dagen.  Een Renault Symbol, eigenlijk een Clio met een flinke kont, met nog maar net 13.000 kilometer op de teller.  Het is vrijdag rond de middag en gelukkig niet al te druk.  Het verkeer is om deze tijd redelijk overzichtelijk, maar we vinden het evengoed bloedstollend spannend.  Vanuit La Marsa zitten we al snel op de brede autoweg.  Het gaat goed allemaal, maar het duurt al met al wel drie kwartier voor we de stad echt achter ons gelaten hebben.

Onze eerste stop op Cap Bon is Korbous.  Mooi gelegen aan de kust en volgens de Lonely Planet is de toegangsweg naar Korbous, vlak langs een steile klif, adembenemend mooi.  Het kost wat moeite om de goeie weg te vinden, maar een vriendelijke Tunesiër in een pick-up truck rijdt een stukje voor ons uit om ons de weg te wijzen.  Nadat we een heuvel over gestoken zijn daalt de weg slingerend richting zee.  Voor ons zien we een paar restaurantjes, waar we stoppen voor een lunch.  Een stevige dame nodigt ons uit in haar restaurantje.  We zijn de enige gasten, maar in de andere restaurantjes is het net zo stil.  Geen reden voor ongerustheid dus.  De dame stelt een heerlijk visje voor, maar we houden het toch maar op een eenvoudige salade tunisienne  en een omelet.  Die zijn ook al heerlijk.  Hoe moet dat visje dan niet smaken?  Bij het afrekenen drukt de dame ons nog eens op het hart om een volgende keer toch echt het visje te proberen.  Geen verkeerd idee volgens mij.

Behalve om de heerlijke vis bij de stevige dame staat Korbous ook bekend om z’n heilzame bronnen.   De restaurantjes staan bij één van de bronnen die hier in zee uitmondt.  Het water komt hier met een temperatuur van zo’n 50 graden aan de oppervlakte.  We nemen een kijkje terwijl een aantal mensen een lekker warm bad in zee neemt.  In het kleine stadje zelf is een badhuis te vinden, gebouwd bij één van de bronnen.   Verder een paar hotels, maar ook in het stadje zelf is het vrij stil.  We rijden door, maar na een paar honderd meter staan we ineens voor een geblokkeerde weg.  Ah, dat moet dus de toegangsweg geweest zijn waar de Lonely Planet het over had.  Kennelijk door een aardverschuiving of iets dergelijks buiten gebruik geraakt.  We kunnen alleen maar dezelfde weg terug nemen en gaan op weg richting El Haouaria, waar we willen overnachten.
 
El Haouaria ligt helemaal aan de oostkant van Cap Bon.  De Bed and Breakfast die we op het oog hadden was helaas vol geboekt, dus kloppen we aan bij een hotelletje in het centrum van het plaatsje.  Het duurt even voor er iemand op komt dagen bij de receptie.  Plek zat nog in het hotel.  Ook in El Haouaria is het toeristenseizoen afgelopen, maar het hotel heeft op het moment helaas geen warm water.  Daar hebben we weinig trek in.  Gelukkig vinden we iets verderop een hotelletje met wel warm stromend water, het pension Les Grottes.  In de buurt van El Haouaria hebben de Romeinen stenen gehouwen om onder andere het colosseum in Rome van te bouwen.  Om bij de beste kwaliteit stenen te komen hebben ze hele tunnels gegraven.  Het pensionnetje, van iets recentere tijd gelukkig, ligt er om de hoek.  Vandaar de naam.
 
 
In het restaurant van het pension nemen we deze keer wel de vis.  Geen kleine jongens trouwens.  De baas vraagt of we er niet een glaasje wijn bij lusten.  Nou dat zal er vast wel in gaan, maar een half litertje is meer dan genoeg.  Hij aarzelt even - een half litertje is kennelijk niet gebruikelijk – maar bedenkt zich snel.  We krijgen een hele fles wijn en als we de helft laten staan rekent ie gewoon een halve fles en drinkt ie de rest zelf wel op.  Prima plan.  Terwijl we zo zitten te eten is buiten het weer inmiddels omgeslagen.  Onweer.  En niet zo zachtjes ook.  Ineens steekt een storm op en klappen ramen en deuren hard dicht.  Het begint gigantisch te hozen.  Het onweer trekt na een uurtje weg, maar de hele nacht blijft het regenen.  Als we ’s morgens wakker worden regent het nog steeds en is het hartstikke grijs.  Bah.  Het geplande bezoekje aan de steengroeven laten we voorbij gaan.  Hier hadden we niet echt op gerekend.  Na het ontbijt stappen we in de auto en rijden toch nog even naar het haventje van El Haouaria.  Misschien is daar nog wat te beleven, maar ook daar is het stil.  Van het zilverkleurige strand van El Haouaria is ook niet veel te zien.  Wat mismoedig rijden we verder richting Kerkouane.  Daar is een archeologisch museumpje.  Misschien is dat nog wat?  Terwijl we op weg zijn wordt het in de verte zowaar een stukje lichter.  Zou het dan toch nog opklaren vandaag?  Misschien is het wel droog na het bezoek aan het museum?

Het museum ligt vlak naast de resten van een oude Punische stad.  Prachtig gelegen aan de kust, zelfs bij grijs weer.  De godin Tanit was er behoorlijk populair.  Beschermvrouw van de Feniciërs.  Op verschillende plekken is haar symbool terug te zien: een cirkel die het hemelse voorstelt, zon en maan, door een horizontale lijn gescheiden van het aardse - aan de basis het begin van het leven, een opgaande lijn die de jeugd en volwassenheid voorstelt en een neergaande lijn voor de ouderdom en dood.  In het kleine museumpje zijn nog veel aardewerk en sieraden te zien met de beeltenis van Tanit.  Maar het meest indrukwekkend is misschien wel het deksel van een sarcofaag van cypres-hout.  Uit de derde of vierde eeuw voor Christus, maar nog in redelijk goede staat.

 
Na het bezoek aan het museumpje is het zowaar bijna droog en lopen we, laverend tussen de plassen door, het terrein op van de oude stad.  Een paar spatjes regen houden ons nu niet meer tegen.  Maar jammer genoeg hebben we iets te vroeg gejuicht.  Een paar minuten later valt de regen er weer met bakken uit en rennen we snel terug naar de auto.  ‘A la prochaine’, groeten we de meneer achter de kassa.  Wel een tegenvaller.  Het zag er even naar uit dat het toch nog droog zou worden, maar we hebben ons kennelijk vergist.  We besluiten om toch maar richting Kelibia te rijden, de volgende geplande stop, om daar te lunchen.  Daarna zien we wel verder, maar we beginnen er steeds serieuzer aan te denken om maar terug te rijden naar Tunis.
In Kelibia staan de straten blank.  Het riool kan de overtollige regen van afgelopen nacht en van vanmorgen niet aan.  We rijden door naar het haventje van Kelibia, waar we aan de voet van een oude door de Carthagezen gebouwde burcht, een restaurant vinden met uitzicht op zee.  We bestellen allebei een crêpe met chocola.  Dat was geen best idee.  De kok heeft in elke crêpe een halve pot Nutella gepropt.  We proberen de crêpe nog een beetje te redden door de meeste chocola er uit te scheppen, maar veel mag het niet meer baten.  Smerig.  Maar het goede nieuws is dat ineens toch de zon tevoorschijn is gekomen.  Allebei een beetje misselijk rijden we opgewekt de weg op naar de burcht boven ons.  We genieten van het prachtige uitzicht over het achterland van Kelibia en de haven onder ons.  De hemel trekt helemaal open en we besluiten om terug te rijden naar Kerkouane.  10 kilometer maar, en we hebben alle tijd, dus waarom niet?  We vragen de meneer achter de kassa of we met onze eerder gekochte kaartjes nog een keertje naar binnen mogen.  Geen probleem.  Terwijl we voor de resten van de oude stad staan vliegt een Flamingo voorbij.  Na een uurtje rondslenteren over het terrein horen we dat het toegangshek gesloten wordt.  Het loopt inmiddels tegen vieren.  Blijkbaar sluitingstijd.  Tijd om terug te gaan naar Kelibia om een hapje te eten.  Er schijnt een heerlijk namiddagzonnetje en we prijzen ons gelukkig dat we niet terug naar Tunis zijn gereden.


Voor onze tweede overnachting op Cap Bon gaan we naar het Africa Jade hotel in Korba, een goed half uur verder.  We vangen nog een glimp op van de ondergaande zon aan de achterkant van de heuvels.  Het hotel is een tip van m’n collega Malik.  Het blijkt een groot viersterren hotel te zijn aan een hagelwit strand.  Behoorlijk druk hier, maar aan kamers geen gebrek.  We drinken een martini met een olijf bij het zwembad en gaan ’s avonds lekker dineren in één van de restaurantjes van het hotel.  ’s Morgens worden we wakker van het ruisen van de zee.  Na het ontbijt gaan we nog even naar het strand.  De zee glinstert in de morgenzon.  Een mooie plek om te zijn.  Voor we terug gaan richting Tunis rijden we nog langs een lagune, vlak bij Korba, waar veel Flamingo’s komen overwinteren.  Het is nog wat vroeg in het seizoen, dus veel zijn er nu niet te zien.  Het zijn vooral jonkies.  Goed te herkennen omdat ze nog niet zo mooi roze zijn als de volwassen exemplaren.
 


Terwijl we terug richting Tunis rijden begint het al weer aardig dicht te trekken.  Er is nog meer slecht weer op komst.  In Soliman stoppen we even om wat te drinken.  Terwijl we binnen staan gaan de hemelpoorten open.  Binnen een mum van tijd staat de straat blank.  Snel springen we in de auto, bang om anders niet meer weg te komen.  Even buiten Soliman komen we twee spookrijders tegen.  De andere kant van de weg is inmiddels niet meer begaanbaar.  Ze gaan gelukkig niet hard, maar het is wel lullig dat de ene spookrijder links zit en de ander rechts.  Het verkeer is hier echt niet te vertrouwen.  Vlak voor Tunis, in Hamam Lif, is er bijna geen doorkomen meer aan.  We rijden tot onze assen door het water.  Maar wij hebben nog mazzel.  Het verkeer de andere kant op is volledig vastgelopen.  Wij kunnen gewoon met de stroom mee.  Ietsje verderop, in Tunis, schijnt de zon al weer.  We parkeren de auto ongeschonden voor de deur van het verhuurbedrijf.  We hebben al weer zin in een volgend uitstapje!  Het is leuk om op ontdekkingsreis te zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten